Je winkelwagen is momenteel leeg!
Over Herbert
In november 1952 werd ik geboren in het Centraal Ziekenhuis van Alkmaar. Tot mijn achttiende heb ik met mijn ouders en oudere broer Ernst vlakbij de grens met Alkmaar gewoond en wel aan de Westerweg in Heiloo. Tot mijn zesendertigste heb ik in Amsterdam gewoond en daar heb ik tijdens mijn eerdere huwelijk twee kinderen gekregen: David en Laura. Nu woon ik al weer heel lang in de Zuiderpolder in Haarlem. Ik ben getrouwd met Inge Teunissen en heb nogmaals twee kinderen gekregen: Kim en Jesse.
In 1970 ging ik natuur-, wis- en sterrenkunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Ik hoopte het geheim van de kosmos te leren kennen. Maar al snel hield ik mij ook bezig met de Jungiaanse psychologie. Ik begreep dat je ook langs een innerlijke weg via dromen en visioenen naar het geheim van de kosmos gevoerd kon worden. Dat bracht mij in een spagaat. Moest ik de weg van de natuurkunde of die van de dieptepsychologie volgen? Dankzij Zahl und Zeit van dieptepsychologe Marie-Louise von Franz werd mij een oplossing aangereikt. Getallen speelden in beide wetenschappen een belangrijke rol die onder meer met het raadsel van de tijd samenhing. Ik ging mij naast de natuurkunde met de psychologische betekenis van getallen bezighouden.
Na mijn promotie in mei 1984 verliet ik de theoretische fysica en ging ik mij wijden aan de relatie tussen moderne natuurkunde en dieptepsychologie. Op aanraden van Von Franz begon ik in 1989 de schriftelijke nalatenschap van theoretisch fysicus Wolfgang Pauli te bestuderen. Al snel bleek dat Pauli net zoals ik in zijn dromen te maken had met een gestalte die in de alchemie de geest er materie genoemd werd. Eindelijk kon ik onderzoeken hoe mijn eigen belevingswereld met de kwantumfysica samenhing. Pauli voerde in oktober 1953 een gesprek met een Chinese dame, een personificatie van het onbewuste die aan hem als pianolerares was verschenen. Voor haar was de wereld muziek. Ze vond het absurd dat natuurkundigen de wereld wiskundig probeerden te begrijpen zonder naar de muziek te luisteren.
De Koningin van de Nacht. Door Peter Birkhäuser.
In 1993 ontmoette ik experimenteel fysicus en Nobelprijswinnaar K. Alex Müller die op een symposium bij Ascona een verhaal hield over het getal vijf als archetype. Achter hem hing een krijttekening van Peter Birkhäuser uit Bazel. Daarop was de Koningin van de Nacht zichtbaar. Op haar voorhoofd droeg deze godin met het gezicht van een kat een diadeem met de symmetrie van vijf. Zij verbeeldde voor mij de weg naar de vijfde dimensie, een bewustzijnsniveau voorbij de dieptepsychologie van Jung en Von Franz. Deze dimensie werd van belang voor mij, toen ik de universitaire wereld verlaten had en interesse kreeg voor graancirkels en andere tekens van buitenaardse betrokkenheid bij onze planeet.
In het voorjaar van 2001 adopteerde ik de Koningin van de Nacht als mijn nieuwe gids in het leven en ging ik op zoek naar wat de vijfde dimensie voor de mensheid zou kunnen betekenen. In 2002 vond ik in een boek met openbaringen van Jezus, Maria en Maria Magdalena. Daarin vond ik de omschrijving: ‘De vijfde dimensie is de dimensie van mededogen, onvoorwaardelijke liefde en acceptatie van alles als deel uitmakend van het Goddelijk plan, als zijnde een Goddelijk spel.’
In 2006 voltooide ik mijn boek De dertien tonen van de scheppingdat een poging is om de vijfde dimensie en nog hogere bewustzijnsniveaus te beschrijven. Ik onderzocht daartoe de psychologische betekenis van de eerste dertien getallen. Ik had aan de tijdrekening van de Maya’s gezien dat je dertien niveaus van bewustzijn nodig had om kosmische tijd te kunnen beschrijven. Ik had mij het wereldbeeld en de wiskunde van de Maya’s eigen gemaakt en kon op die manier beter de voorspellingen van de Maya’s over het aanbreken van een Nieuwe Tijd volgen. Volgens de sjamaan Zwervende Wolf uit Guatamala was de Periode van Ontwaken in april 1993 begonnen en zou in december 2012 de Nieuwe Wereld van Vrede geboren worden.
In mei 2007 leerde ik het werk van Johan Keijser en Judith Moore rond graancirkels kennen. Dat was een openbaring voor mij. Ik leerde vooral veel wat nieuw voor mij was over de Heilige Graal. De beker van de Graal is volgens De Taal van Graancirkels een huwelijksgeschenk van Jozef van Arimathea aan Maria Magdalena bij haar huwelijk met Jezus. In feite zijn er twaalf bekers die met de twaalf stammen van Israël uit het Huis van David verbonden zijn. De dertiende beker is de Graalbeker die de overige twaalf verenigt. Pas wanneer de openbaringen van de Heilige Graal ontvangen worden, zullen alle bekers opnieuw één beker zijn. Dan zullen de dertien verloren stammen van Israël nogmaals bijeenkomen voor de zaak van vrede op aarde.
In juli 2010 besloot ik op zoek te gaan naar de Heilige Graal en kwam toen inderdaad bij Maria Magdalena terecht. In november 2012 was ik 60 geworden en ging ik in cranio-sacraal therapie om mijn beide hersenhelften met elkaar in balans te brengen. De sessies hadden meteen effect. Ik droomde in de Kerstnacht van 2012 dat ik in het bezit was van de afgehakte hand van God. Een dergelijke droom had ik eerder gehad en zodoende wist ik dat het onbewuste zich zou gaan manifesteren om de scheiding in de werkelijkheid die door het afhakken was ontstaan ongedaan te maken. Daarvoor was de medewerking van de anima, de vrouwelijke personificatie van het onbewuste, nodig. Zij manifesteerde zich in januari 2013 tijdens cranio-sacraal therapie. Ik had moeite om de energie van het contact met de anima te verwerken. Mijn dochter Laura raadde mij toen aan om een sprookje te gaan schrijven. Dan zou zij voor illustraties zorgen. Ik besloot toen de anima te portretteren als Sara, de oudste dochter van Jezus en Maria Magdalena. Zo kwam ‘Joël en de verloren Graalprinses’ tot stand. Kort voordat mijn vader in maart 2015 zou sterven kreeg ik tot mijn verrassing contact met Sara. Zij bleek meer te zijn dan een romanfiguur. Zij gaf mij aan: ‘Ik zou wensen dat dit mijn lente wordt. Ik draag de codes van de nieuwe schepping en ik wens jullie toe dat jullie binnenkort die wereld betreden waarnaar jullie ziel verlangt. Wijd je aan de muziek. Laat je niet al te zeer door de getallen afleiden. Alles valt op z’n plek, als je het grotere plan laat gebeuren.’
Sara, de verloren Graalprinses. door Laura van Erkelens.
In mei werd mijn sprookje gepubliceerd, maar daarvan kon ik natuurlijk niet leven. Gelukkig was ik door Het Studiehuis aangenomen als bijlesdocent en kon ik mij gaan richten tot leerlingen uit de bovenbouw van HAVO en VWO. Ik ging bijlessen wis- en natuurkunde geven en tot mijn verrassing ontwikkelde ik een voorliefde voor de klassieke mechanica van Isaac Newton. Met die mechanica kun je zowel de dans van de planeten rond de Zon als het gedrag van een draaimolen beschrijven. Toch is het de natuurkunde niet gelukt een betrouwbaar beeld van de kosmos te ontwikkelen. Dat ligt vooral aan de algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein die zwaartekracht beschrijft als kromming van ruimte en tijd. Die zienswijze kan de collectieve beweging van sterren die in melkwegstelsels wordt waargenomen niet verklaren. Een belangrijke reden is dat het tijdsbegrip uit de natuurkunde dat aan klokken is opgehangen niet deugt. In de dromen van Pauli heb ik ritmen aangetroffen die samenhingen met een afloop aan archetypische gebeurtenissen. Die ritmen waren verbonden met bewustzijn en onttrokken zich om die reden aan een beschrijving door de natuurkunde.
Toen Judith Moore nader contact kreeg met Thot, de god van de wijsheid en het schrift uit het oude Egypte, leerde ik in maart 2017 een nieuw tijdsbegrip kennen. Tijd zou een stroom in het kwantumbewustzijn van het universum zijn. Omdat ik kwantumbewustzijn al kende in relatie tot autisme, begon ik meteen in te zien dat het manco van de natuurkunde aan een eenzijdig gebruik van onze hersens lag. We proberen met het tijdsbegrip van de linkerhersenhelft de kosmos te begrijpen, terwijl de rechterhersenhelft juist is ingericht om het grote geheel te vatten. Op deze wijze hebben we een kunstmatige werkelijkheid gecreëerd die geen verbinding heeft met de Bron en ons ook wegvoert van de weg die de dieptepsychologie aanwijst om weer in harmonie met de natuur te komen.
Mijn eigenlijke zorg betreft die kunstmatige werkelijkheid waartoe kerk en wetenschap hebben bijgedragen. Het wereldbeeld van de westerse samenleving is op ontkenning en verbanning gebaseerd. Dankzij de kunstschilder Peter Birkhäuser ben ik te weten gekomen dat Mercurius als geest der materie een verbannen gestalte van God is die niet aan het maatschappelijk leven mag meedoen. Hetzelfde geldt voor de vrouwelijke Christus-energie. Het gevestigde christendom weet niet dat Jezus en Maria Magdalena met elkaar getrouwd waren. Een van de redenen is dat Maria Magdalena met haar kinderen altijd een verborgen leven heeft geleid om te verhinderen dat zij of haar kinderen door de Romeinen vermoord zouden worden. Zij is volgens de vier evangeliën echter wel de eerste getuige van de opstanding van Jezus. Toch werd zij door de rooms-katholieke kerk op een zijspoor gezet. Zo werd zij de verbannen gestalte van de Christus. Het christendom erkent alleen Jezus als de mannelijke Christus en zwijgt over de vrouwelijke Christus. Hierdoor werd een schaduw geworpen over de relatie tussen het mannelijke en het vrouwelijke principe. Ook verdween het inzicht dat er een solair bewustzijn van vrouwelijke aard bestaat dat de solaire Sophia of de Sophia van Wijsheid wordt genoemd.
Om de solaire Sophia te kunnen belichamen werd Maria Magdalena in Ethiopië geboren als afstammeling van de koningin van Sheba. Alleen op die manier kon zij de Leeuwin vertegenwoordigen naast Jezus als de Leeuw van Juda. Dit is wat ik de laatste jaren heb onderzocht. Judith heeft tijdens een reis door Ethiopië proclamaties ontvangen die aangeven dat er geen vrede op aarde komt voordat de Leeuwin naast de Leeuw van Juda zal staan: ‘De Leeuwenkoning zal opstaan vanuit het hart van de heilige Levensboom en de Leeuwin zal naast hem staan. Want wanneer de Leeuw en de Leeuwin samen regeren, zal er rechtvaardigheid, vrijheid, gerechtigheid en bevrijding zijn.’ Dankzij deze proclamaties begrijp ik beter welke enorme omwenteling ons te wachten staat bij de overgang naar een wereld van mededogen en vrede. In Joël en de verloren Graalprinses uit 2015 kon ik de kanteling van de wereld vrij eenvoudig bewerkstelligen met behulp van de spiegel van Magdala en een magisch zwaard in de handen van een Keltische jonkvrouw. Hoe het in werkelijkheid gaat gebeuren, zullen we de komende jaren ervaren.
Bibliografie
Einstein, Jung en de relativiteit van God. Kampen: Kok-Agora, 1988.
Het spel van de wijsheid. Kampen: Kok-Agora, 1995.
Wolfgang Pauli und der Geist der Materie. Würzburg: Königshausen & Neumann, 2002.
Jezus en de broederschap der Essenen. Baarn: Ten Have, 2002.
De dertien tonen van de schepping. Amstelveen: Symbolon, 2006.
Een cirkel doorbroken. Barchem: Petiet, 2007. (Hoofdauteur: Thea Terlouw)
Modern Alchemy. Number Archetypes, the Feminine and the Mayan Calendar. Todtmoos-Rütte: Johanna Nordländer Verlag, 2007.
Moderne Alchemie. Zahlenarchetypen, das Weibliche und der Maya-Kalender. Todtmoos-Rütte: Johanna Nordländer Verlag, 2008.
De spiegel van Magdala. Haarlem: Dolphins & Whales, 2013. (Co-auteur: Judith K. Moore)
Maria Magdalena. Profetes van het Levende Verbond. Haarlem: Dolphins & Whales, 2013. (Co-auteur: Judith K. Moore)
Joël en de verloren Graalprinses. Amsterdam: Frontier, 2015.
Maria Magdalena, de Levensboom en de Ark van het Verbond. Herziene editie. E-boek. Haarlem: 11 Wind Publ., 2024.