De Nieuwe Levensboom

‘De Kabbalisten geloofden dat zij door het innerlijk wezen van God te herstellen, de harmonie in de wereld terugbrachten en daardoor hielpen de kwalen van de mensheid te genezen, al was het maar gedurende korte tijd.’ Dit is een uitspraak van de schrijver Chaim Potok die op 15 november 1992 in de Balie te Amsterdam een schitterende lezing over de Kabbala hield. Potok legt ook uit dat kabbalisten het innerlijk wezen van God probeerden te destilleren uit de Tora, de eerste vijf boeken van de Bijbel. Daartoe hanteerden zij aspecten van Gods wezen die sefirot waren genoemd. Potok zegt erover: ‘Er zijn tien sefirot, die elk een aspect van Gods wezen aanduiden. Het is heel onduidelijk wanneer dit concept precies is ontstaan en waarom het er tien zijn. De tien sefirot staan samen met de tweeëntwintig letters van het Hebreeuwse alfabet voor de elementen van de schepping.’

Deze elementen hangen met elkaar samen doordat de sefirot onderling verbonden zijn via 22 lijnen die met de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet overeenstemmen. De sefirot vormen samen met de verbindingslijnen de 32 paden van wijsheid. Uiteindelijk gaat het erom de harmonie in het innerlijk wezen van God te herstellen door de geboden van de Tora uit te voeren samen met bepaalde door Kabbalisten voorgeschreven rituelen. Het bijzondere hieraan is dat het innerlijk wezen van God dankzij de wereld van sefirot ook disharmonie kan vertonen. De mens is nodig om dit te voorkomen en zo nodig te herstellen.

Zodra we buiten de sfeer van de Tora stappen, is het veel gemakkelijker geworden om disharmonie in God te ervaren. Dit kan zover gaan dat de tien sefirot niet meer voldoen om de herstelwerkzaamheden aan te vatten. Het is onverwacht op mijn weg gekomen dat er voor een Nieuwe Kabbala dertien sefirot nodig zijn. Maar dat is dan ook een Kabbala die zich niet tot doel stelt om het innerlijk leven van God enkel aan de Tora af te lezen. Dit inzicht begon bij Judith Moore door te breken, toen zij in juni 2009 een bezoek bracht bij haar uitgeefster die in Flagstaf (Arizona) woont. Zij kreeg toen van haar innerlijke begeleiders te horen dat deze uitgeefster de sleutel tot de elfde sefira droeg. Judith haalde uit de bibliotheek van deze vrouw het boek Kabbalah: Tradition of Hidden Knowledge van Z’ev ben Shimon Halevi tevoorschijn.

Zoals ik in De spiegel van Magdala heb verteld, kreeg Judith toen de volgende tekst door over de Adam Kadmon, de oermens uit de joodse mystiek: ‘Het begrip is nu niet de Adam Kadmon blauwdruk, maar de Eva Adam Kadmon blauwdruk, omdat de Eva Adam Kadmon blauwdruk de spiegel van de Geliefde is. Het is wanneer het gezicht van God de reflectie is van de vereniging van de Geliefde en de Moeder-essentie niet langer wordt verwaarloosd. Eva en Adam keren terug naar één androgyne toestand en via deze toestand van androgynie hebben we allemaal de capaciteit en het werkelijke bereik van het Huwelijk van de Geliefde binnenin ons.’

De Moeder-essentie wordt beter weergegeven door de godin Isis uit het oude Egypte dan door de Tora die zeker in vertaling de indruk wekt dat het allemaal om de Here God draait. In het christendom is dat niet het geval, omdat Maria Magdalena en Moeder Maria priesteressen van Isis waren en Jezus als de Christus door een proces van dood en opstanding ging dat eerder door de god Osiris was uitgebeeld. Vandaar dat het niet vreemd is dat er binnen de sfeer van het christendom een beweging is ontstaan naar meer sefirot. Want het gaat er nog steeds om het innerlijk wezen van God te herstellen, maar dan vanuit een rijkere ervaringsbron. Dit is des te dringender geworden sinds Carl Gustav Jung in 1952 aan de hand van het boek Job heeft aangetoond dat de Here God een ontstellend gebrek aan zelfbewustzijn vertoont.

Vandaar dat ik begonnen ben het 33-ste pad van wijsheid onder woorden te brengen, dat is het pad waarlangs de elfde sefira via de twaalfde en de dertiende sefira de weg naar oneindig bewustzijn opent. Ik laat mij daarbij inspireren door een uitspraak van Jezus in New Teachings for an Awakening Humanity van Virginia Essene: ‘Vanuit een tijdperk van structuur en vorm betreden we het Gouden Tijdperk van de Waterman, het tijdperk van innerlijk weten. Dat is het geschenk van God aan alle wezens. Opnieuw kunnen jullie direct via je ziel verbonden worden met de kennis van de geest van God.’

De kabbalistische Levensboom als een verbinding van tien sefirot met Da’at als verborgen sefira. Bron: internet.

In mijn e-boek ‘Maria Magdalena, de Levensboom en de Ark van het Verbond’ heeft de Levensboom drie extra sefirot die je onmogelijk kunt onderbrengen in de 32 paden. Maar hoe kun je een stap maken uit een volmaakte structuur zonder het spoor bijster te raken? Daartoe citeer ik in mijn e-boek een boodschap die Maria Magdalena op 22 juli 2015 via Judith Moore doorgaf. Daarin is sprake van de sleutel van Henoch die de Elysische doorgang zou openen. Die sleutel is een formule van verlichting die door de structuur van de tien sefirot van de Levensboom stroomt. De bedoeling is sefirot te activeren die bij eerdere sleutels nog niet aan bod zijn geweest. Daarbij worden tonen van Isis gebruikt.

Tot mijn verrassing kan ik het verhaal wel volgen. Eerst weerklinken er dertien tonen die één worden waardoor de kracht van alchemie in de derde sefira Bina (Begrip) stroomt die met de kracht van het Goddelijk Vrouwelijke verbonden is. De energie stroomt dan van de linkerkant naar het midden waar de zesde sefira Tif’èret (Schoonheid) het hart van de Levensboom vormt. Vandaar stroomt de energie omhoog naar de tweede sefira Chochma (Wijsheid) die het Goddelijk Mannelijke weergeeft: ‘De mannelijke en vrouwelijke energieën zijn in balans. Dit is de vereniging van de Geliefde of het heilige huwelijk.’

Hierna wordt de alchemie van de achtste sefira geactiveerd die Hod (Luister) heet en onderaan de linker pilaar van de Levensboom wordt gesitueerd. Omdat het de achtste sefira is, merkt Judith op dat het doel van de ingewijde bij deze sefira is om na het doorlopen van zeven heilige inwijdingen het getal acht als poort naar oneindigheid te bereiken. Het gaat nog steeds om een stroom van licht: ‘Zodra de formule de Poort van Oneindigheid bereikt, moet deze terugvloeien naar de negende sefira (fundament, persona, emotionele spiegel en totaliteit). Vervolgens stroomt zij via de achtste en de negende naar de tiende sefira die de Elysische sleutel opent.  De energie stroomt dan van de tiende sefira naar de negende en terug door de zesde (het hart) die de elfde sefira opent, de Poort van Gabriël.  Dit is waar de goddelijkheid van de mensheid wordt hersteld, waardoor vanaf de elfde sefira toegang naar de hogere dimensies via de heilige twaalfde en dertiende sefira mogelijk wordt.’

Voor het openen van de Elysische sleutel is het dus nodig helemaal af te dalen naar de tiende en onderste sefira die Malchoet (Koninkrijk) en Sjechina (Aanwezigheid) wordt genoemd. Zoals ik in mijn e-boek opmerk, is het vanaf die plek inderdaad mogelijk om langs de centrale pilaar van de Levensboom een beweging omhoog te maken. Dit is de Elysische Doorgang. Het Elysium is de verblijfplaats van de zalige doden. Het is een vallei van eeuwige lente waar de zaligen een eeuwige jeugd genieten.

De beweging vanaf Malchoet omhoog correspondeert met de terugkeer naar genade en zou normalerwijs op een scheidingslijn stuiten die tussen Tif’èret en Kèter (Kroon) opdoemt. Hier situeert de Kabbala een verborgen sefira die Da’at (Kennis) wordt genoemd en niet wordt meegeteld om het getal tien in stand te houden. Bij Da’at ligt een scheiding tussen de drie hoogste sefirot die samen het Grote Gelaat worden genoemd en de zeven lagere sefirot die met de zeven scheppingsdagen corresponderen en het Kleine Gelaat worden genoemd. De beweging van boven naar beneden is onbelemmerd. Hierdoor kan het goddelijke zich verbinden met de mens en de schepping. Maar bij Da’at ligt een barrière voor het menselijk streven omhoog. Alleen de Volmaakte Mens zou deze barrière kunnen passeren.

Tree of Life. Door Deer Dancer.

In de Kabbala die Judith in ontvangst heeft genomen ligt dat wezenlijk anders. Dat komt omdat Da’at wordt meegeteld en de elfde sefira van oneindige wijsheid is geworden. In mei 2009 was Judith betrokken bij een alchemistische activering van de Levensboom waarbij onder meer de mediterrane erfenis van Isis en Venus via de elfde sefira in de Levensboom werd ondergebracht. Daarmee werd het mogelijk om de energieën van Maria Magdalena en Moeder Maria in de kabbalistische Levensboom onder te brengen.

Ook werd duidelijk dat deze sefira bij de keelchakra gesitueerd kan worden. Da’at bleek met onze stem te maken te hebben, in het bijzonder met de stem van profetie. In de elfde sefira zou zich een kosmische vortex of draaikolk van energie bevinden die de aard van profetie kon veranderen. Hierbij is profe­tie het afstemmen van de grondslag van bewustzijn op de zuivere tril­ling van de verbinding met de krachten van Creatie. Om nieuwe profe­tie tot ons door te laten dringen is het van belang om die uit te spreken: ‘Moge mijn stem die van het spirituele zijn, moge mijn stem de door­gang zijn van de geest, de ziel en de spi­rituele rijken die vol myste­rie en wijsheid, compassie en genade zijn.’

Hierdoor kan Da’at de toegangspoort openen naar de twaalfde en de dertien sefira. De twaalfde sefira is verbonden met de architectuur van de werkelijkheid en wordt weergegeven door symbolen waarin de getallen zes en twaalf centraal staan: de Davidster, de Merkaba en een twaalfspakig medicijnwiel. En de Merkaba is onze ziele-energie. Verder biedt de twaalfde sefira doorgangen naar twaalf rijken in de kosmos en de twaalfde doorgang maakt een spiraalvormige beweging naar het heilige getal 13 mogelijk. Dit heeft Judith ervaren tijdens een workshop die in januari 2019 plaatsvond. Tijdens deze workshop bracht een van de deelnemers nieuwe tonen van Isis mee. Zij had in een droom engelen de mantra Ra Ka Na horen herhalen. Maria Magdalena gaf aan dat die mantra de ontbrekende code was die nog nodig was om een vrouwelijke Godkracht in de schepping te doen ontwaken. Hierdoor kon de Nieuwe Aarde tevoorschijn komen. Bovendien zou de nieuwe vrouwelijke scheppingskracht, die het bewustzijn van de Goddelijke Moeder weerspiegelt, aan ieder van ons persoonlijk worden geopenbaard.

Dit alles bij elkaar maakt dat we de wereld van de traditionele Levensboom achter ons hebben gelaten. Het was een bewonderenswaardige poging geweest om de kloof tussen mens en God te overbruggen. Bovendien bood de Kabbala een raamwerk om de grote catastrofe te verwerken die aan het eind van de vijftiende eeuw de Joden uit Spanje en Portugal trof. Zij waren gedwongen het Iberische schiereiland te verlaten. Volgens Gershom Scholem, die de verschillende stromingen in de joodse mystiek diepgaand heeft bestudeerd, ontwikkelde zich in het kielzog van dit trauma een versie van de Kabbala die de aard van het joodse leven voorgoed zou veranderen. Hierover merkte Chaim Potok op:

‘Deze ontwikkeling kwam voort uit een kleine groep Kabbalisten in een kleine stad in de heuvels van Galilea, en was de unieke creatie van een van de meest oorspronkelijke mystici uit de joodse geschiedenis: rabbijn Isaäk Luria. Uit die kleine stad stamt een groots mythisch drama van schepping, ontwrichting en uiteindelijke verlossing – een verhaal dat beschrijft hoe de wereld het “gebroken vat” werd dat deze nu is, en wat het joodse volk moet doen om dit weer te herstellen.’ Deze kleine stad heet Safed. Luria introduceerde de mythe dat zich al bij de schepping van de wereld een ramp had voltrokken die hij het breken van de vaten noemde. Daardoor raakte goddelijk licht als vonken over de hele schepping verspreid. Het was de taak van de mens om de vonken uit de materie los te maken en de harmonie in de wereld te herstellen door het uitvoeren van Gods geboden: ‘Elk gebod heeft het vermogen door te dringen in een hard omhulsel, de vonk die erin opgesloten zit los te maken en die terug te brengen naar zijn oorsprong in God. Op het moment dat de laatste vonk wordt bevrijd, zal de wereld noodzakelijkerwijs verlost zijn en moet de Messias komen.’ 

Het was een prachtig visioen dat aansloot bij de verlossingsleer uit de alchemie die op zoek was gegaan naar de geest in de materie. Maar de wereld is niet verlost. We zuchten onder de chaos die menselijk handelen over de hele wereld heeft veroorzaakt. 450 jaar na Isaäk Luria is de verwachting dat we enkel een terugkeer naar harmonie kunnen ervaren als de wereld als geheel naar een hoger frequentieniveau gaat. En dat is wat de aartsengel Michaël al vele jaren via Celia Fenn aan ons doorgeeft. We zouden naar de Nieuwe Aarde gaan. Onlangs heeft Michaël bevestigd dat we bij die overgang een Nieuwe Levensboom krijgen die de Boom van Genade wordt genoemd. Vanaf de maansverduistering van 5 mei jl. kunnen mensen die zich op hoge frequenties afstemmen al toegang tot de Boom van Genade krijgen:

‘De Boom belichaamt de Goddelijke Vrouwelijke energieën van genade en meedogende liefde die zich in het hart van het bewustzijn van de Nieuwe Aarde bevinden. Deze Levensboom bevat de centrale pijler van bewustzijn voor de Aarde en is ook een grote Bibliotheek voor alle sjablonen voor levensvormen van de Aarde en het Zonnestelsel. Het is de “Grote Moeder” die al het leven in zich draagt.’

De Nieuwe Levensboom staat kosmisch gezien in een stellaire tuin die met de ster Aldebaran in het sterrenbeeld Stier verbonden is. In meditatie kunnen we deze tuin betreden en spreken met de lichtwezens en de hoeders van de planten en dieren, de vogels en insecten, die hun lichtvormen en sjablonen klaar hebben om naar de Nieuwe Aarde door te geven. Deze ontwikkeling maakt dat we op onze planeet een samenleving krijgen zoals die ooit in Lemurië bestond: ‘Dit zal de transformatie van de Aarde naar het Nieuwe Lemurië versnellen, een prachtige Paradijstuin waar mensen van de Nieuwe Aarde in vrede en harmonie kunnen leven. Hier begint het avontuur. We zijn verheugd om met jullie samen te werken, Lichtdansers van de Nieuwe Aarde. Jullie zijn wezens van genade en licht die de Aarde zegenen door jullie aanwezigheid.’ (The Tree of Grace, April/May 2023)

Herbert van Erkelens

Reacties

Eén reactie op “De Nieuwe Levensboom”

  1. […] Eindelijk is het dan zover. We leven volgens Aluna Joy Yaxk’in en Judith Moore in een nieuwe tijd. Dat betekent dat we geen houvast meer hebben. Misschien dat getallen ons nog de weg zouden kunnen wijzen. Dit is de 33e nieuwsbrief wat misschien te maken heeft met het 33e pad van wijsheid dat ik voor de Kabbala heb ontwikkeld om mensen uit te nodigen het framework met de 32 paden van wijsheid te verlaten. De 32 paden verwijzen naar de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet en de 10 sefirot van de Kabbala. De sefirot verbeelden eigenschappen van God. Ik heb het 33e pad opgehangen aan de drie extra sefirot die nodig zijn voor de Kabbala van de Nieuwe Schepping. (Zie: De Nieuwe Levensboom)  […]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *