Je winkelwagen is momenteel leeg!
Nu ik geen docent alchemistische symboliek meer ben, heb ik besloten mij te verdiepen in een kwestie die ik zelf ooit aan de orde heb gesteld. Elf jaar terug daagde ik het medium Judith Moore uit met een vrouwelijke Kabbala te komen die in overeenstemming zou zijn met het nieuwe inzicht dat oordeel niet in een godsbeeld thuishoort. Toen ik Judith in dit verband op een logeeradres in Amsterdam opzocht, zei ik ineens: ‘Er loopt een breuk door alles heen en die breuk loopt helemaal door tot de Tempelberg in Jeruzalem.’ Toen werd zij als door de bliksem getroffen en kreeg zij beelden en informatie door over een geheim nachtelijk bezoek van Jezus en Maria Magdalena aan een synagoge in Jeruzalem.
Het bleek dat Jezus zijn partner, die net zwanger was geworden, tegen de regels in naar het heilige der heiligen had gevoerd waar zij een oude Thora-rol te zien kreeg. Die rol was deels blank, maar Maria Magdalena zag woorden oplichten en die woorden bevatte een kabbalistische sleutel die wel degelijk bestaan had, maar tot verboden kennis was verklaard. Het was de formule die de kabbalistische Levensboom met vloeibaar licht zou kunnen vullen.
Vlak voor onze workshop in april 2010 kreeg Judith van haar innerlijke gids Enak-Kee-Na door dat de gevallen engelen meesters van wiskunde en manipulatie van bewustzijn waren geweest en de kabbalistische Levensboom gereduceerd hadden tot tien sefirot, tien kwaliteiten of emanaties van het goddelijke. Het was de bedoeling van bepaalde machten om de relatie tussen de mensheid en de kracht van God te kunnen controleren en structuren te scheppen die de werkelijkheid binnen een nauw begrensd gebied van toegestane gedachten definieerden. We waren in een doos van tien dimensies gestopt.
Enak-Kee-Na gaf aan dat er drie extra sefirot moesten zijn. Het vrouwelijke, kabbalistische principe zou via de elfde sefira de toegangsweg openen naar de twaalfde en de dertiende sefira en daarmee de weg naar oneindig bewustzijn openen. Maar om de kabbalistische Levensboom echt in vuur en vlam te zetten had je de slangen van licht nodig die met hun energie alle manipulatie ongedaan konden maken. Omdat die Kundalini-slangen door liefde opgewekt werden, waren daarvoor bijzondere omstandigheden nodig die niet met een workshop waren te organiseren.
Daarna is Judith nog tien jaar bezig geweest om stap voor stap de verboden kabbalistische sleutel te reconstrueren. Zij begaf zich daarbij op een terrein dat moeilijk was te controleren. Inmiddels heeft ze de inhoud van de drie ontbrekende sefirot bij benadering weten te omschrijven. Bovendien heeft mijn vriendin Irene in juni 2013 tijdens twee cranio-sacraal sessies een indringende ervaring rond de elfde, twaalfde en dertiende sefira gehad. Haar bevindingen kan ik vergelijken met de twaalf lagen DNA die Kryon via het medium Lee Carroll heeft onderscheiden. Zo komt uit diverse bronnen een patroon tevoorschijn dat mij inspireert een uitweg te zoeken uit een wereld die mij geen hoop en inspiratie meer biedt.
Belangrijk voor mij is het inzicht dat de ontbrekende schakel in de moderne natuurkunde volgens Kryon ‘meedogend kwantumbewustzijn’ is. Kwantumbewustzijn is een ander woord voor multidimensionaal bewustzijn en staat tegenover lineair bewustzijn dat met lineaire tijd rekent en een scherp onderscheid maakt tussen verleden, heden en toekomst. Dat er een nauw verband tussen mededogen en een tijdloos niet-lineair bewustzijn bestaat heeft Kryon jaren terug aangegeven:
‘Als alles met inbegrip van je spirituele werk op een tijdlijn wordt gezet, zul je falen omdat de dingen die de klok jou zal brengen niet de dingen zijn die je hart jou zal brengen. Het hart ofwel mededogen leeft in kwantumbewustzijn. Leer te leven zonder toekomst. Dat doorbreekt een lineaire mentale kijk die zegt dat iets volbrengen de mate van succes is. In lineair tijdsbewustzijn is dat zo, maar in kwantumbewustzijn gaat het om de mate van vrede en vreugde door louter te “zijn.” (‘Becoming Quantum’, June 13, 2009)
Omdat ik opgegroeid ben met de klok en als natuurkundige geleerd heb op verschillende manieren naar tijd te kijken, spreekt dit citaat mij erg aan. In de kabbalistische Levensboom zie ik in het hart de sefira Tif’èret (Schoonheid) staan met als belangrijke karakteristiek Rachamim (Erbarmen). Daar ga ik zeker niets aan veranderen. De Kabbala als spirituele traditie is een weg van het hart. Tif’èret bevindt zich op de centrale pilaar van de Levensboom en boven deze sefira zou de elfde sefira te vinden moeten zijn die inderdaad vaak ontbreekt, maar in de Kabbala wel degelijk bestaat en Da’at (Kennis) wordt genoemd. Judith was in het jaar vóór onze workshop druk bezig met een alchemistische activering van Da’at. Zo legde zij in mei 2009 een verbinding tussen deze sefira en de erfenis van de mediterrane godinnen Isis en Aphrodite. Zij sprak er toen over dat we kanalen van licht konden worden voor kennis, wijsheid en mededogen om tot één sefira van goddelijke actie samen te smelten. Meer recent heeft Judith opgemerkt dat de elfde sefira de bewustwording betekent van onze goddelijke en daarmee onsterfelijke ziel.
Irene heeft onderzocht wat er met de elfde sefira aan de hand zou kunnen zijn. Tijdens de eerste cranio-sacraal sessie ervoer zij een blokkade die op de Tempelberg in Jeruzalem verhinderde dat een pilaar van licht zich vanuit de hemel met de aarde kon verbinden. Die blokkade was verbonden met de collectieve pijn van alle vrouwen die weggezonden waren en niet in staat waren geweest hun kinderen te beschermen. Ze moest daarbij aan Hagar uit het bijbelboek Genesis denken, de donkere vrouw en slavin van Sara, die door Abraham vanwege de jaloezie van Sara met haar zoon Ismaël in de woestijn zou zijn gestuurd.
Irene haalde in haar verbeelding de blokkade met het zwaard van de aartsengel Michaël weg. De reptielen-energieën die de verbinding tussen de hemel en de aarde hadden verbroken verdwenen de kosmos in naar de ster Aldebaran in het sterrenbeeld Stier: ‘Teruggekeerd naar de Tempelberg verscheen er in het centrum van de Rotskoepel een blauw-violet licht. In dat licht zag ik Hagar, de Egyptische, staan. Ze straalde in een blauw licht en mij werd toegestaan haar sfeer binnen te gaan. Ze straalde vreugde en genade uit. Wij omarmden elkaar met een glimlach.’
Omdat Maria Magdalena in het werk van Judith een afstammeling van Hagar is, ligt er meteen een verbinding met de partner van Jezus. Ook Maria Magdalena kon maar in beperkte mate voor haar kinderen zorgen, omdat die in het Romeinse rijk gevaar zouden lopen als ze zelf zouden weten wie hun ouders waren. Voor haar oudste dochter Sara heeft zij wel gezorgd, maar haar andere kinderen werden ondergebracht bij pleegouders. Zij heeft er vooral moeite mee gehad om een baby die in Schotland geboren was daar te moeten achterlaten, nadat zij het meisje wel enige tijd had verzorgd en de borst had gegeven.
De twaalfde sefira is volgens Judith verbonden met de Ster van David, een twaalfspakig medicijnwiel, de merkaba en de blauwdruk van de nieuwe schepping. Het zou om de architectuur van de werkelijkheid gaan. De merkaba is het voertuig waarmee de profeet Elia voor de ogen van zijn opvolger Elisha ten hemel voer. De merkaba werd volgens het verslag in de bijbel voortgetrokken door drie paarden. Deze paarden worden door Kryon in The Twelve Layers of DNA als de derde, de zesde en de twaalfde laag DNA opgevat. De derde laag DNA is die van ascensie en activering. De laag verandert nooit maar is wel verantwoordelijk voor de potentiële transformatie van ons hele spirituele leven. En daarbij speelt vreugde een hoofdrol, vooral die van het innerlijke kind: ‘Vreugde kan niet overschat worden, want het is de lijm van balans voor een menselijk wezen dat een uitweg uit de duisternis van depressie en lijden zoekt. Een moment van vreugde kan maanden van onzekerheid en verdriet uitwissen voor een mens die wanhopig naar het licht van gelach zoekt. Vreugde is het hoofdbestanddeel van kinderen die ernaar op zoek zijn, ernaar verlangen en het ten volle gebruiken. De natuurlijke toestand van kinderen is lachen en alles wat dat in de weg zit is niet op zijn plaats.’
Ook als je jeugd minder gelukkig was dan je zou hebben gewenst, is het innerlijke kind beschikbaar: ‘Gezegend is degene die deze dingen leert te scheiden van het huidige leven en in plaats daarvan zich richt op het weten hoe in het nu blij te zijn. Het “innerlijke kind” is niet noodzakelijkerwijs jullie geschiedenis, maar dat van de mensheid in het algemeen… Een werkelijke ervaring van het innerlijke kind doet het hart smelten en schept een licht waar geen duisternis of haat kan bestaan. Kryon weet best wie jij bent, geliefd menselijk wezen. Schep welk kind je zou willen zijn, ga dan naar die plek en baad je in het gelach en het gegiechel van een ruimte zonder zorg en drama. Voel hoe je hart en je leven daardoor oplichten. Herinner je dat er altijd zonlicht boven de wolken is, waar het kind is en waar je vrij bent om in het gras met de schepper te stoeien – iets wat je eonenlang hebt gedaan.’ (The Twelve Layers of DNA, pp. 130-131)
De zesde laag DNA wordt door Kryon als het Hogere Zelf omschreven. Het is het communicatiekanaal naar de wereld achter de sluier. Het is de weg waarlangs onze gebeden bij de wereld van engelen aankomen. De twaalfde laag DNA is bij Kryon de welwillende levenskracht van de Almachtige, van El Sjaddaj. Het vereist een zekere rijpheid om deze laag in jezelf te accepteren. We hebben eigenlijk nog geen idee wat het betekent de energie van de schepper in onszelf mee te dragen: ‘De waarheid is dat deze planeet de ENIGE schepsels bevat die de Almachtige God in zich hebben en het wordt DNA-laag 12 genoemd. De schepper is in jullie en jullie weten het niet. Laag-12 kan bergen verzetten, de aarde ervan weerhouden te schudden en een leven van honderden jaren veroorloven. Maar jullie geloven het nog niet.’ (The Twelve Layers of DNA, pp. 207-208)
Ook Irene heeft bij de twaalfde sefira een relatie met de Davidster en met vreugde gelegd. De elfde sefira was voor haar de sefira van mededogen. Over de tweede cranio-sacraal sessie vertelt zij: ‘Het bleek dat mijn innerlijk goddelijk kind aandacht wilde, het kind dat zichzelf uit liefde had weggestuurd omdat de sfeer in huis en de energie van de kampen anders haar dood zouden hebben betekend. Ik merkte dat het bij die nieuwe sessie om het omdraaien van de twaalfde sleutel van vreugde ging, verbonden aan de dertiende sefira van genade. Het ging om compassion, joy en grace. Over mijn hart vormde zich een Davidster, met in het centrum mijn innerlijk kind dat voor vreugde stond. Vandaar vertrok een navelstreng, van deze plek naar de Zon en de Grote Galactische Zon. Het is waar de thymus gelokaliseerd is, daar vormde zich een gouden streng. Via deze streng kunnen we ons voeden met goddelijk manna om onze goddelijke essentie te worden. Ons zuiver hart van het innerlijke kind is de heilige verbinding met onze goddelijke essentie. Op deze plek is de dertiende sefira geopend: genade.’
Er bestaat vermoedelijk een nauwe relatie tussen de twaalfde en de dertiende sefira. Judith vat de dertiende sefira op als de terugkeer van bewustzijn naar licht. Maar het getal dertien is bij haar ook verbonden met een baarmoeder. Tijdens een intensieve workshop in januari 2019 opende zij via een merkaba in de vorm van een twaalfspakig medicijnwiel twaalf doorgangen naar even zovele rijken. Nadat deze doorgangen waren geactiveerd en de communicatie met de twaalf rijken was hersteld, daalde de merkaba af naar het hart van de baarmoeder van Moeder Aarde en activeerde de dertiende sleutel naar bevrijding. Pas toen deze stap was gezet was er sprake van een verenigd veld. Dertien is de terugkeer naar eenheid. Vandaar dat er nog een dertiende laag of streng DNA bestaat waaraan Kryon geen aandacht besteedt.
Om deze reden heb ik een aantal boodschappen van Enak-Kee-Na beschouwd die rond de zomerzonnewende van 2013 binnenkwamen. Daarin staat de dertiende streng DNA centraal. Het gaat om een verborgen streng die niet gewijzigd of gemanipuleerd kan worden en de ultieme verbinding met de God Bron vormt. Enak-Kee-Na merkte erover op: ‘Ik spreek opnieuw van het sluimerende gen, de genetische code die waarlijk de sleutel tot menselijke bevrijding is.’ Alomtegenwoordig bewustzijn kan een frequentie communiceren en opent dan de verschillende rijken in de structuur van universele ordening: ‘Daarbij wordt de Jakobsladder geopend, het visioen dat de sleutel was om de dimensies te overstijgen. De Jakobsladder was een visioen van de sluimerende, genetische God-code, de ladder naar de hemel, de ultieme weg naar genade.’ (Zie verder: De dertiende streng)
In werkelijkheid vormen de tien sefirot en de tweeëntwintig paden van licht die deze sefirot onderling met elkaar verbinden enkel een schema dat naar een ervaring verwijst die multidimensionaal is, waarbij iedere sefira de aanwezigheid van de andere sefirot weerspiegelt. De vraag is hoe de beperking tot tien sefirot dan toch zo ernstig is. Mijn indruk is dat het traditionele schema de afdaling van het licht van Creatie naar de materiële werkelijkheid weergeeft. Alles komt samen in de onderste sefira Malchoet (Koninkrijk) die ook Sjechina (Aanwezigheid) wordt genoemd. Het hoogst bereikbare is het heilige huwelijk van Malchoet en Tif’èret. Carl Gustav Jung heeft dit heilige huwelijk na een hartaanval beleefd, maar wel nadat hij eerst 1500 km boven de Indische oceaan was aangekomen. Achter hem zweefde een geweldige donkere steenklomp. Rechts zat op een stenen bank een Indiër en links was een toegang tot een tempel. Voordat Jung hier binnen kon treden, werd hij naar de aarde teruggeroepen door zijn arts die in een archetypische gestalte aan hem verscheen.
Jung heeft later de onderste vier sefirot besproken in Mysterium Coniunctionis dat over de vereniging der tegenstellingen in de alchemie gaat. Wat zou hij hebben geschreven als hij toegang had gehad tot kabbalistische geschriften die over de drie hoogste sefirot gingen? Mijn indruk is dat hij zelf ook onder de beperkende invloed van de tien sefirot leefde. Hij stelde zich Jahwe voor als een godheid met gebrek aan bewustzijn die een duistere keerzijde had die ons als mensheid de atoombom en de chemische oorlogswapens in handen had gelegd en ons daarmee de macht had gegeven de apocalyptische schalen der gramschap over onze medemensen uit te gieten. Deze voorstelling van zaken is zeker niet in overeenstemming met een Kabbala die uitgaat van dertien sefirot. Volgens Enak-Kee-Na hebben duistere kabbalisten de vrouwelijke linker pilaar van de Levensboom zodanig gemanipuleerd dat de Kabbala een afspiegeling werd van de wereld van halfgoden die de verbinding met de bron van Creatie hadden verbroken. Dit was mogelijk omdat het soort monotheïsme dat was ingevoerd eenzijdig de nadruk had gelegd op God als Koning van de wereld: ‘De sleutel ligt natuurlijk bij Abraham, omdat door het met hem verbonden principe van monotheïstisch deïsme, met God als Koning, aan een minderheid het vermogen werd gegeven om de meerderheid te domineren. Dit mechanisme was via Abraham op deze planeet geïnstalleerd. Het ging om ultieme dominantie door het monotheïstische systeem dat de wegen van licht naar het bewustzijn van de werkelijkheid afsloot. Maar diep binnen het leem van menselijk bewustzijn bevond zich de meestersleutel, de dertiende streng, die vaak de Christuscode wordt genoemd.’
Jakobs droom. Door Jan van’t Hoff.
Dat de dertiende sefira verbonden zou kunnen zijn met de Jakobsladder lijkt mij vanzelfsprekend. Maar daar past wel een kanttekening bij. De Jakobsladder komt op deze wijze veel te laat in beeld. Dit probleem kan op elegante wijze opgelost worden als we er inderdaad van uitgaan dat iedere sefira een aspect in zich heeft van de andere sefirot. In dit verband is een ervaring van Judith van belang die zij opdeed, toen zij in maart 2016 tijdens een bezoek aan Catalonië rondreed met een gezelschap en ineens werd aangetrokken door het plaatsje Verges. Daar aangekomen kreeg zij contact met rabbijn Jakob die eeuwen geleden moet zijn overleden en haar een geheim wilde doorgeven over een verboden Kabbala. Hij vertelde haar dat je iedere sefira moest voorstellen als een toren met daarin een Jakobsladder met twaalf sporten. Die twaalf sporten zouden weerspiegelen wat hij de dynastieën van licht noemde. Maar het gaat niet om wereldse dynastieën: ‘Rabbijn Jakob bereikte een vermogen om de tien sefirot te overstijgen. Hij ging de elfde sefira binnen in dit dorp… Verbeeld je dat iedere sefira een toren is en een rijk met dynastieën. Dat is de formule van Jakob. Daarom is er een associatie met de Pilaar of Steen van Jakob… In iedere pilaar van de sefirot zijn er twaalf sporten op de Jakobsladder. De dertiende is de goddelijke dynastie van licht. Verbeeld je dat de kabbalistische Levensboom plotseling multidimensionaal wordt…
Iedere sefira wordt een pilaar met twaalf dynastieën van licht. Zij stromen nu in de paden van licht, die de tien sefirot onderling verbinden, en in de dynamica van de Levende Kabbala. Zij stromen en stromen. De Jakobsladder wordt een beweging door de Kabbala heen zodat de trilling van iedere sefira de dertiende dynastie wordt en in de elfde sefira Da’at stroomt, via de paden van licht en leven, via de grote Levensboom, de kosmische Levensboom. Daarbij wordt Da’at geopend naar de twaalf dynastieën, en de sleutel naar de twaalf stammen van Israël komt beschikbaar en alles opent zich naar het dertiende, naar de vereniging van Creatie.’ (‘Rabbi Jacob and the Third Doorway of Light’, March 19, 2016)
Erg helder is dit niet, maar het is duidelijk dat de drie hoogste sefirot een aparte status hebben, omdat de weg naar oneindig bewustzijn via de elfde sefira zich pas opent als de tien traditionele sefirot zich in een toestand van extase bevinden. Maar wat kan er met die dynastieën van Licht bedoeld zijn? Mijn vermoeden is dat deze dynastieën in Crop Circles Revealed van Judith Moore en Barbara Lamb Zonnehuizen worden genoemd. Het Huis van David bestaat volgens een van de appendices uit twaalf Zonnehuizen rond de Grote Centrale Zon. Het kristallijnen middelpunt van de Centrale Zon is het dertiende Zonnehuis. Het gaat om een kosmisch godsbeeld: ‘Het Huis van David is het Huis van Onze Heer. De Grote Centrale Zon is de Grote Vader; het Zwarte Gat is de Grote Kosmische Moeder. Het is uit de vereniging van deze twee enorme krachten dat alles geschapen werd.’
Deze Zonnehuizen zouden de dynastieën van licht kunnen zijn waarover rabbijn Jakob spreekt. Het zijn kosmische gebieden van licht en bewustzijn die in de rituele Maya-kalender terug te vinden zijn als de dertien tonen van de Heer van de Zon. Mogelijk heeft rabbijn Jakob uit Verges hier een vermoeden van gehad. Hij heeft zelfs moeite gedaan om eeuwen nadat hij was gestorven zijn geheim aan Judith mee te delen:
‘Rabbijn Jakob overhandigt ons een geheim. Ik spreek enkel van de dingen die ik van hem leer. Er is een groter kabbalistisch geheim dat hij in dit dorp ontdekte en hij overhandigt ons de sleutels van de Kabbala naar de dynastieën. Ik krijg dit beeld van de Kabbala door, maar dan hebben de sefirot twaalf lagen. En dan gaat de beweging naar Da’at, de elfde sefira, vervolgens naar de twaalfde sefira en bij de dertiende bereikt het proces vereniging. Op dit punt van vereniging stroomt alles het verenigde veld in, de Levende Boom des Levens, de Levende Kabbala.’
Hiermee wil ik het voor dit moment laten. Het is bij elkaar al veel voor één webpagina. Het gaat mij vooral om de herkenning. Nu ik de drie ontbrekende sefirot heb benoemd, komen ze voor mij tot leven. Irene heeft daarbij de aandacht gevestigd op de positie van Hagar in het geheel. Daarbij is van belang op te merken dat de geschiedenis van Sara en Hagar is gemanipuleerd met de bedoeling om het zaad voor godsdienstoorlogen te strooien. De herstelde Kabbala kan een weg naar vrede vormen, indien daarbij wordt beseft dat er na de geboorte van Isaak, de zoon van Abraham en Sara, nooit sprake is geweest van jaloezie tussen Sara en Hagar. Jezus is de zoon van Isaak en Maria Magdalena de dochter van Hagar. Het misverstand is al lang bijgelegd. En daarom mogen we uitzien naar de vervulling van de volgende profetie: ‘Wanneer de zoons van Ismaël en Isaak samenkomen in de afstamming van het Huis van David, zal er vrede op aarde zijn.’
Herbert van Erkelens