Je winkelwagen is momenteel leeg!
In de New Scientist van de maand september kun je lezen dat de theoretische natuurkunde een probleem heeft. Al dertig jaar lang brengt zij ambitieuze nieuwe theorieën voort die tot niets leiden. De enige theoretisch fysicus die zich daarover niet druk lijkt te maken is Neil Turok die tot voor kort directeur was van het Perimeter Institute in het Canadese Waterloo. Hij is tot de conclusie gekomen dat de ons bekende natuurwetten in staat zullen zijn alles te verklaren. Maar hoe dan? De kwantumfysica en de algemene relativiteitstheorie zijn zo succesvol gebleken dat een aantal theoretisch fysici de verleiding niet kon weerstaan om naar een omvattend raamwerk voor beide theorieën te zoeken. Uit die zoektocht kwamen denkbeelden voort waarvan de implicaties moeilijk waren te testen.
De hoop was gevestigd op de Large Hadron Collider die in CERN bij krankzinnig hoge energieën protonen op elkaar laat botsen. Langs die weg is het Higgs-boson gevonden, het deeltje dat nodig was om binnen het standaardmodel te verklaren waarom elementaire deeltjes massa hebben. Dat was een groot succes. Maar er werd geen nieuwe fysica gevonden. Vanaf 2012 hebben experimenten uitgewezen dat verschillende wilde ideeën uit de koker van theoretisch fysici de prullenmand in kunnen.
Turok blijft optimistisch: ‘We bevinden ons in een crisis van de meest vruchtbare soort, namelijk een waarin de fundamenten dreigen te bezwijken. Dat is in de eerste plaats heel spannend. Ik probeer mijn collega’s ervan te overtuigen de laatste dertig jaar gewoon te vergeten. We dienen op onze schreden terug te keren om uit te zoeken waar we de verkeerde afslag hebben genomen.’ Zelf geeft Turok aan dat er nooit een oerknal heeft plaatsgevonden en dat de antimaterie die volgens de huidige kosmologie op raadselachtige wijze in het heelal ontbreekt in het anti-universum is te vinden. Dat zou ook een verklaring bieden voor de donkere materie die nodig is om te begrijpen waarom sterren in een melkwegstelsel zich niet aan de voorschriften van de algemene relativiteitstheorie houden. Het is dus niet uitgesloten dat de theoretische fysica haar crisis te boven komt.
Zelf heb ik in 1990 meegewerkt aan een serie documentaires van Philip Engelen die als filmregisseur bij de IKON werkzaam was en een poging ondernam om de psychologie van Jung in beeld te brengen. De tweede documentaire was gewijd aan theoretisch fysicus Wolfgang Pauli die jarenlang met Jung en diens medewerkster Marie-Louise von Franz in dialoog is geweest. In die documentaire werd een fundamenteel probleem in relatie tot de kwantumfysica als volgt onder woorden gebracht: de natuurkunde probeert de wereld te begrijpen zonder de psyche van de onderzoeker daarbij te betrekken.
Het opmerkelijke was dat Pauli tijdens een dialoog met het onbewuste een ring van liefde en verbinding aangereikt had gekregen die hij kende als het centrale symbool uit de kwantumfysica. In zijn droomwereld stond deze ring voor het tijdloze en dat zou hij over het hoofd hebben gezien. Bovendien was de wereld muziek en was wiskunde niet geschikt om die muziek te vatten. Probeerde je dat toch, dan kwam je op toeval uit, maar niet op betekenis. Eigenlijk diende je een dimensie voorbij de kwantumfysica te onderzoeken waarin psyche en materie één waren. In die dimensie gedroeg materie zich alsof zij psyche was en psyche alsof zij materie was. Von Franz stelde zich daarbij voor dat psyche en materie sporadisch met elkaar een huwelijk aangingen en daarbij elkaars attributen uitwisselden. Het kon ook zijn dat dit huwelijk niet sporadisch was, maar dat we ons alleen maar sporadisch ervan bewust werden.
Lange tijd heb ik mij afgevraagd hoe een natuurkunde eruit zou kunnen zien die de psyche wel meeneemt in haar beschouwingen. Een antwoord heb ik gevonden bij de engel Kryon die via het medium Lee Carroll boodschappen aan ons doorgeeft. Deze is van mening dat de verkeerde afslag al is genomen toen wiskundigen op zoek gingen naar een formule voor de omtrek van een cirkel. Het was Archimedes die daarmee in de klassieke oudheid begon. Hij werkte met regelmatige veelhoeken. Hij sloot een cirkel in tussen een regelmatige veelhoek aan de buitenkant en een regelmatige veelhoek aan de binnenkant. Voor die veelhoeken kon hij de omtrekken met behulp van breuken berekenen en het getal dat we nu π (pi) noemen diende tussen deze twee uitkomsten voor die omtrekken te liggen. Dit was een zinnige manier om de omtrek van een cirkel nader te bepalen.
Onder invloed van de algebra als theorie van vergelijkingen werden er vanaf de zeventiende eeuw nieuwe getallen aan breuken toegevoegd zoals de wortel uit twee en de gulden snede. Dit waren verhoudingen uit de meetkunde en het duurde even voordat die verhoudingen als getallen werden ervaren. Het waren irrationale getallen omdat zij niet als een breuk ofwel ratio van gehele getallen geschreven konden worden. Ook het getal π bleek een irrationaal getal te zijn. Het was ook nog een transcendent getal omdat het geen oplossing van een veeltermvergelijking met gehele coëfficiënten kon zijn. Getaltheorie en algebra zijn in onze wiskunde nauw met elkaar verbonden en dat is nu eenmaal het geval bij de afslag die wij ooit hebben genomen. Er zijn veel mensen die op deze afslag al lang zijn afgehaakt, maar de doorzetters kunnen constateren dat alles logisch met elkaar verbonden is en in zekere zin ook van een grote schoonheid is.
Toch bekritiseert Kryon onze wiskunde en wel om twee redenen. We rekenen met een tientallig stelsel en we hebben een cirkel gedefinieerd als de limiet van een grote hoeveelheid miniem kleine rechte lijnstukjes. Die lijnstukjes zitten alleen maar in onze hersenen en komen niet in de natuur voor. De cirkel is een vorm die veel in de natuur voorkomt en een natuurlijke manier om zo’n cirkel te verdelen is via het getal twaalf. Dat doen we al bij de cijfers voor een klok en de vraag is nu wat er zou gebeuren als we op zouden houden de omtrek van een cirkel met dat getal π in verband te brengen. Dan komen we nooit bij de inzichten van Turok uit die hij in diverse lezingen zo mooi voor een breed publiek kan uitleggen. Dus wat winnen we erbij?
Een mogelijkheid is om de cirkel in onszelf te gaan onderzoeken. Dat is de weg die Pauli krijgt aangereikt. Hij onderzoekt die weg niet verder, omdat hem dat teveel in de problemen zou brengen. Maar het verschil met de weg van onze wis- en natuurkunde is dat je liefde en verbinding ervaart. De lineaire wereld die we met zoveel moeite met onze linkerhersenhelft hebben opgebouwd valt weg en we betreden een wereld die niet-lineair is en tevens onze verbinding vormt met de creatieve bron van het universum. We hoeven dan niet de resultaten van CERN of van de sterrenkunde af te wachten om te weten wat onze plaats in de kosmos is. Wij blijken de essentie van liefde op de planeet Aarde te zijn. Dat wisten we al vanwege allerlei liedjes die ons dierbaar zijn en het enige wat Kryon daaraan toevoegt is dat er met die liedjes een wiskunde verbonden is die hij ook nog eens echte wiskunde noemt.
Dat laatste ben ik bij toeval te weten gekomen. In november 2010 sprak Kryon via Carroll een groep mensen toe die zich onder leiding van Dr. Todd Ovokaitys van Gematria Products ging bekwamen in bepaalde klanken. Ovokaitys was zich die klanken gaan herinneren uit een vorig leven in Lemurië. Omdat er twaalf tonen in de chromatische toonladder zitten, nam Kryon de gelegenheid te baat om het publiek eraan te herinneren dat onze wiskunde niet deugt. We zullen in de toekomst overstappen van tien- naar twaalftallen en een wiskunde ontwikkelen die elegant en complex is en gebaseerd op potentiële antwoorden eerder dan op regels. Onze aardse wiskunde zou alles in dozen stoppen die op een ordelijke manier op elkaar gestapeld zijn:
‘Wat als “echte” wiskunde helemaal geen dozen had, maar in plaats daarvan al gaande haar eigen regels schiep? Chaos? Alleen als je ernaar kijkt vanuit 3D. “Echte wiskunde” is een creatieve energie, niet een analytische verzameling van statische regels. Iedere samenleving die zichzelf slim vindt maar doorgaat een cirkel te definiëren als een veelhoek bestaande uit een oneindig aantal rechte lijnstukjes mist iets. Zij zijn nog steeds bezig iets recht te trekken en dat is wat jullie huidige wetenschap doet. Een bol is de meest voorkomende vorm in de hele natuur en in het heelal, toch is jullie formule ervoor een irrationaal getal! Klinkt dat juist voor jullie?
Twaalf wordt de elegantie van de wiskunde van het universum en het heelal roept daarom als je tenminste luistert. Er zijn sommige dingen die je met een doos van tientallen niet kunt scheppen. Tijd bijvoorbeeld zal altijd op twaalf gebaseerd blijven. Vanuit zichzelf valt tijd in dat patroon. Kijk maar naar je horloge. Staat daar een 12 op? Punten op een kompas duiden een Gaia-energie aan en zullen met elkaar altijd 360° vormen, een ander twaalftallig systeem. Zelfs jullie muzieknotatie is gebaseerd op twaalf met twaalf noten in een octaaf. De lijst is eindeloos en toch gebruiken jullie tien als grondgetal. De basis van de tonen gecreëerd door Yawee zal 12 zijn.’
Yawee is de naam die Kryon voor Ovokaitys gebruikt. Het zou zijn naam uit Lemurië zijn. Nu zijn er niet alleen tonen, maar er is ook iets wat Kryon tonale structuur noemt. Een man die klarinet leert spelen kan uiteindelijk een meester worden op zijn instrument, maar verder dan dat komt hij in zijn eentje niet. Ook al beheerst hij zijn instrument perfect, hij dient toch een orkest te vinden om het puzzelstukje te produceren waarnaar hij verlangt, het stukje magie waarvoor de klarinet was gemaakt. De klarinetspeler weet dat hij iets mist, omdat hij maar één noot per keer kan spelen. Maar wanneer hij plaatsneemt in een orkest kan hij zijn vaardigheden combineren met de klankrijkdom van de andere twaalftoon-instrumenten: ‘Zij komen samen om de prachtigste klanken te produceren die iemand ooit heeft gehoord. Wanneer het orkest speelt, vindt de magie plaats. Wanneer de klarinettist op zijn kamer zit en de twaalf bekende noten speelt, is er alleen magie voor hem persoonlijk. Maar de maestro die de noten correct samenvoegt met die van anderen schept de regenboog.’ (Kryon via Lee Carroll, ‘Gematria Meeting’, San Diego, November 2010)
Natuurlijk vraag ik mij als theoretisch fysicus wel af of deze weg naar magie wel tot natuurkunde leidt. In ieder geval kom je niet bij gewone natuurkunde uit. Een maand terug heb ik het over het Lemurische wiel van onderricht gehad en nu kan ik ook wel onthullen waar de naaf van het wiel voor staat. Die naaf wordt ‘de Grote Centrale Zon’ genoemd. Alles draait om deze naaf en het gaat daarbij om heilige natuurkunde, te vergelijken met heilige geometrie. In de gewone natuurkunde staan vergelijkingen centraal die bepaalde verschijnselen in de natuur of in de kosmos beschrijven. In heilige natuurkunde gaat het om ervaringen van verbondenheid met het grote geheel. Deze ervaringen liggen met andere woorden op het vlak van synchroniciteit. Voor Jung was een synchronistische gebeurtenis een geval van zinvol toeval, een daad van schepping in de tijd. Voor zijn gesprekspartner Pauli ging het om meer. Hij ervoer dat de wereld muziek is en gebaseerd op synchroniciteit. Het ging niet enkel om sporadische gebeurtenissen.
Kryon zit ook op dat spoor, maar hij verwacht niet dat we dat een, twee, drie begrijpen. Toch kan hij het niet laten om te vertellen dat het in heilige natuurkunde om interdimensionele resonantie van samenhang gaat: ‘Als je één stap verder gaat zou je voorbij die definiëring kunnen zeggen dat het om het verschil gaat tussen geluk, kans en mede-schepping van de realiteit. Nu verwacht ik niet dat jullie dit begrijpen, maar een multidimensionale resonantie van samenhang is verantwoordelijk voor het verschil tussen geluk en kans en geschapen realiteit, allemaal in het Veld.’
Lynne McTaggart heeft het begrip ‘het Veld’ geïntroduceerd om de energie aan te duiden die nodig is om medeschepping mogelijk te maken. Medeschepping gaat één stapje verder dan synchroniciteit. De schepper is de oergrond of verborgen bron van synchronistische verschijnselen. Als we medescheppers worden, gaan wij zelf mede bepalen wat ons gaat overkomen. En zover is men in de kwantumfysica nooit gegaan, omdat deze theorie onvoldoende met bewustzijn in verband is gebracht. Kryon daagt ons uit wel verder te gaan:
‘Jullie begrijpen de eenheid die bij nieuw soort denken opduikt dat zegt: er is geen afscheiding. Maar hoevelen van jullie hebben dat toegepast op de feitelijke regels van het universum? Het gaat niet alleen om eenheid in wie jullie zijn, of om de planeet of het melkwegstelsel of bewustzijn. Jullie zijn getrouwd met de fysica van alle dingen, met de manier waarop de dingen werken. Jullie zijn daarmee getrouwd op een manier waarop jullie het zouden kunnen controleren en begrijpen.’
Maar dat weten of begrijpen we niet, omdat wij van de trouwakte niet op de hoogte zijn. Hoe komen we het dan toch te weten? Hiervoor geeft Kryon de volgende aanwijzing waarbij hij met ‘gaan zitten’ een houding van ontvankelijkheid aanduidt: ‘De sleutel tot dit alles is het opgeven van alles wat jullie ooit verteld is en te gaan zitten in de wetenschap dat God van jullie houdt. Laat de openheid van die perceptie van het vergeten van alles wat jullie is verteld de opening zijn voor nieuwe informatie om bij jullie naar binnen te worden gegoten. Door op te geven wat je denkt te weten geef je toestemming voor wat je niet weet. Er zijn maar een paar mensen, geliefden, die dat werkelijk kunnen opbrengen.’
Herbert van Erkelens