Je winkelwagen is momenteel leeg!
Nu ik het fotoboek Beeld van Nederland van Frans Lemmens doorblader, weet ik vrijwel zeker dat er oppervlakkig gesproken moeilijk aan Nederland een missie kan worden toegeschreven. Er is weinig in ons land dat spectaculair oogt. Onze Gouden Eeuw ligt al een paar eeuwen achter ons. Lemmens is van mening dat er een aantal steekwoorden op ons van toepassing zijn: water, strijd, samenwerking, tolerantie en handel. Handel is een sleutelwoord. We liggen wat dat betreft gunstig aan de monding van drie grote rivieren. Lemmens concludeert: ‘Nederland, een klein strijdbaar land aan de Noordzee.’
Zelf heb ik er geen spijt van hier te wonen en te leven, maar wat ik hier moet doen is mij lange tijd een raadsel geweest. Mijn familie stamt af van een arm arbeidersgezin in Steenwijk dat rond 1850 ‘agter de Kerk’ woonde. Dat was de meest armoedige buurt in die stad. Volgens de meeste Steenwijkers kon je ‘het spul’ dat ‘achter de Kaarke’ woonde maar beter mijden. Een enkeling roemde de gemeenschapszin: ‘D’r was altiet koffie. Ai’zelluf gien koffie meer add’n, ad de buurvrouwe ’t wel.’
Mijn overgrootvader Jan van Erkelens vertrok met zijn moeder en zijn zoon naar Alkmaar waar hij hertrouwde met Neeltje Mollevanger. Zijn vrouw en dochter waren in Steenwijk gestorven. Mijn vader werd vernoemd naar die grootvader en heette dus Jan van Erkelens. Hij werd in zijn jeugd door angsten achtervolgd die hij rond zijn achttiende vorm gaf in marionetten zoals de Moerasgeest en Angst.
De Moerasgeest. Marionet van Jan van Erkelens.
Als kind dacht ik dat hij die marionetten had gemaakt, omdat hij een kunstenaar was. Maar zelf werd ik rond mijn achttiende eveneens door gestalten uit het onbewuste achtervolgd. Ik was artistiek niet begaafd en was voor mijn heil aangewezen op de dieptepsychologie van Jung. Zodoende voelde ik mij lange tijd meer verbonden met Zwitserland dan met Nederland. Via de dieptepsychologe Marie-Louise von Franz raakte ik geĂ¯nteresseerd in het wereldbeeld van de volkeren aan de Afrikaanse slavenkunst. Ik vond mijn eigen wereld terug bij de Yoroeba uit Zuidwest Nigeria. Ik had een babalawo, een ‘vader van geheimen’, willen worden, maar ik was een blanke afkomstig uit Kennemerland.
Ik moest alle mogelijk moeite doen om met het onbewuste te leven, terwijl mijn studiegenoten nergens last van hadden. Het was alsof ik een zwarte Afrikaan was die wis- en natuurkunde studeerde. Ik moest net zoals de Yoroeba te weten zien te komen wie mijn persoonlijke ‘orisha’ was, de god die mijn leven bestierde. Via een babalawo, die ik in het Afrikamuseum in Berg en Dal had leren kennen, ben ik twintig jaar terug te weten gekomen dat Eshoe, de goddelijke boodschapper, mijn orisha is. Natuurlijk wist ik dat al lang. Het consult bij Awo Fa’lokun Fatunmbi bevestigde grotendeels wat ik al wist. Wel wist hij uit te zoeken dat de anima bij mij, het vrouwelijke aspect van het onbewuste, met Oya, de godin van de wervelwind, te maken had. Omdat Eshoe al een aardige heethoofd is, kon ik er een wervelwind slecht bij hebben. Zodoende raadde de babalawo mij aan in het centrum van de cycloon te blijven die door Eshoe en Oya werd opgezweept.
Kort daarop raakte ik het spoor bijster omdat de Vrije Universiteit op mij was uitgekeken en ik wat mijn werk betreft mijn intrek nam op zolder. Mijn academische loopbaan was voorbij. Tegenwoordig zit ik te werken op wat vroeger de babykamer was. Maar dat maakt weinig verschil. Ik heb ruim twintig jaar geen werkvloer meer gezien. Ik heb geen idee wat er door je heengaat als je collega’s hebt of carrière maakt. Nederland bestaat denk ik wel, maar mijn relatie tot dit land loopt primair via persoonlijke contacten. De verhuizing van Amsterdam naar Haarlem is in dit verband heel belangrijk geweest. In 1990 was ik te vinden bij bijeenkomsten aan de Bakenessergracht die door de theologe Joanne Klink waren georganiseerd. In mei 1990 heb ik al gedroomd van de afgehakte hand van God. Wat voor veel christenen God is, is voor mij enkel diens afgehakte hand. Zodoende weet ik dat ik een ketter ben. En omdat er in dit land godsdienstvrijheid is, word ik hier getolereerd. Maar ik voel mij toch een vreemdeling in eigen land.
Fluit spelende Eshoe uit Nigeria.
Pas via het medium Judith Moore kwam ik in contact met een uitgebreidere groep mensen die ook mijn vrienden werden. Ik was niet eenzaam meer en maakte mij geen zorgen over Eshoe en Oya. Eshoe is de godheid die ashe ofwel de levenskrachtenergie beheert. Verder wordt hij net zoals Hermes en Mercurius met de handel in verband gebracht. Voor mij is hij primair de boodschapper en vanwege die levenskrachtenergie ben ik geĂ¯nteresseerd in de Heilige Graal. Want dat is de kelk met de zuivere levenskrachtenergie van God. Van Oya heb ik lange tijd niets vernomen, totdat Maria Magdalena zich tijdens een workshop van Judith als een wervelwind rond mijn hoofd presenteerde. En sindsdien zorgt zij voor enige opschudding in mijn leven. Die blijkt achteraf ook wel nodig te zijn. Zij brengt leven in de brouwerij en langs deze weg kan ik toch nog wat van mijn leven maken.
Wat zij mij probeert te leren is om minder in mijn hoofd te zitten. Dat was lastig in de samenwerking met Judith, omdat haar transmissies een heel nieuwe wereld te voorschijn toverden. Hoe wordt zo’n wereld je persoonlijke ervaring? Eigenlijk alleen maar door die wereld met anderen te delen. Het verrassende voor mij is dat de cranio sacraal therapie die ik onderga hierbij een belangrijke rol speelt. Zodra de therapeute mijn hersenhelften enigszins in balans had gebracht, droomde ik van de afgehakte hand van God en wist ik dat ik nog steeds de bestemming heb een nieuw godsbeeld neer te zetten. Sindsdien is Maria Magdalena begonnen in sterkere mate mijn leven te beĂ¯nvloeden. Dat juich ik overigens toe. Want zij weet de weg uit de gevangenis die we van ons leven gemaakt hebben. In Maria Magdalena. Profetes van het Levende Verbond staan de boodschappen waarin zij ons oproept de graftombe van onze geest te verlaten:
‘Weet, Geliefden, dat de deur van de graftombe open staat. De tijd van de opstanding is nabij. Wanneer jullie tranen vergieten – en jullie doen dat uit treurnis om het verdriet van jullie geliefden en om het verdriet van Moeder Aarde – weet dan dat ik bij jullie ben. Ik breng jullie tot vrede. Wanneer jullie eerst zo’n pijn hebben ervaren en dan in vrede zijn zoals mijn Meester was, overweldigt de vrede jou. Je wordt de vrede. En dat is vrijheid. Bedenk wat mijn Meester zei: ‘IK BEN het Licht en IK BEN de Weg.’ En als geascendeerde wezens moeten jullie deze waarheid in jullie spirit en in de bron van jullie ziel ademen. Bevestig dit voor jezelf: ‘IK BEN het Licht, IK BEN de Weg. De Meester is de Weg. Hij maakt mij heel, herstelt mijn geest, lichaam, spirit en ziel. IK BEN het Licht en IK BEN de Weg, terwijl ik dit licht van de gouden dag geboren laat worden.__’’
Dat is het. Het is tijd. Degenen die zich door een tekst als deze aangesproken voelen horen tot het Huis van David. Dat zijn de mensen die het in zich hebben om het Christusbewustzijn te doen ontwaken, niet alleen in zichzelf, maar ook bij anderen. Het gaat hierbij om een energie die werkelijk sprankelend, baanbrekend en bevrijdend is. Uiteindelijk gaat het erom daarmee een nieuwe werkelijkheid te scheppen, een wereld in vrede. Maar dan moet de kosmos wel meewerken. Celia Fenn van Starchild Global heeft onlangs uitgelegd dat de aard van de tijd veranderd is. We leven niet meer in de lineaire tijd van de derde dimensie. We leven in tijdspiralen die we zelf scheppen: ‘Aangezien we ontwaakt zijn en begonnen zijn ons bewustzijn te ascenderen, beginnen wij te beseffen dat wij van nature oneindig zijn en dat wij in Spiralen ofwel Cirkels van Licht door de tijd heen bewegen.’
De kunst is om jouw tijdspiraal vanuit de passie van je hart de frequentie te geven die jij wenst: ‘Wanneer een Tijdspiraal eenmaal ingezaaid is, begint die zich te ontvouwen en straalt daarbij een specifieke elektromagnetische frequentie uit die de handtekening van de Tijdspiraal wordt. De spiraal zal anderen aantrekken of afstoten afhankelijk van hun frequenties en hun Tijdspiraalcreaties. Wanneer een Tijdspiraal een specifieke sterke frequentie heeft, zal die onmiddellijk beginnen anderen aan te trekken om deel te nemen aan de Tijdspiraal en een deel van het Verhaal te worden.’
Zo simpel is het. Ook een vreemdeling in eigen land kan de wereld veranderen, met het juiste verhaal en het juiste geloof. Toen ik dit allemaal tot mij door liet dringen, nam Maria Magdalena dit beeld gelijk over. In mijn sprookje over JoĂ«l en de verloren Graalprinses heb ik het pad van de Witte Roos geĂ¯ntroduceerd als het pad van de zuivere liefde. In mijn voorstelling liep dit pad door een tuin. Omdat Maria Magdalena tweeduizend jaar terug met een witte roos op de opgestane Jezus zat te wachten, heb ik die tuin verbonden met de tuin van vrede waar geen gebrek en geen angst is. Toen ik mij afstemde op Maria Magdalena, schreef ik spontaan op:
‘Velen zijn jou voorgegaan. Het pad is geĂ«ffend. Geniet van de wandeling, van alles wat voor en rond je voeten opbloeit. Wandel in de tuin van vrede. Laat het pad van de Witte Roos volstrekte realiteit zijn. Dan ontvouwt de tuin zich vanzelf.’
Dit is een mooi beeld van moeiteloos scheppen. En die nieuwe wijze van scheppen wordt mogelijk gemaakt door de vrouwelijke Christusenergie. Als de Moedergod het hart van de schepping is, zijn we wel heel dom geweest om haar terzijde te schuiven. Maar het was niet anders. Nog steeds zijn er gebieden op aarde waar de werkelijkheid door de macht van het geweer wordt bepaald. En er worden nog steeds verhalen de wereld ingestuurd die bij de dualiteit van de derde dimensie horen. Hier in Nederland is de vijfde dimensie van liefde vanwege de vele lichtwerkers meer verankerd. Laten we dan maar eens kijken of we in ons eigen land de tuin van Eden kunnen scheppen.
Herbert van Erkelens
Tijdreizen 101: de radicale verschuiving (het artikel van Celia Fenn, vertaald door Cobie de Haan)
Reacties
Mary on 2014-05-27 14:16:08 +0000
Herbert, dank je wel, weer meer stof tot nadenken! Mary