Het mysterie van de Ark

Al enige tijd vraag ik mij af wat de Ark van het Verbond betekent. In Werken met de Graancirkel Codes heeft Johan Keijser een verklarende woordenlijst opgenomen waarin de Ark van het Verbond een energieveld wordt genoemd ‘dat naar de Aarde afdaalde en de codering meebracht voor de versnelling van alle energievlakken voor ascensie van onze planeet.’ Verder wordt gezegd: ‘Het is bekend dat de Ark zich fysiek in Ethiopië bevindt maar dat is niet de enige Ark. De Ark van Noach is het volledige DNA voertuig voor ascensie zoals dat in deze wereld meegebracht werd door de zoon van Henoch.’

Er gaat ongetwijfeld een hele wereld schuil achter deze paar zinnen. Hier wil ik mij allereerst richten op de droge mededeling dat de fysieke Ark zich in Ethiopië bevindt. Dit is voor mij ineens van belang geworden.  Volgens de transmissies van Judith Moore is de Ark een energiegenerator met zeven verschillende energie- of frequentieniveaus. Daarom zouden er met de Ark zeven zegels verbonden moeten zijn.

 

In feite begint ons boek De spiegel van Magdala ook bij het verhaal van het openen van het Zevende Zegel. Rond de zonnewende van 2001 zou een vriendin van Judith het Zevende Zegel van de Ark van het Verbond geopend hebben. Hierbij ging het niet om de fysieke Ark, maar om het energieveld van ascensie. Dankzij de activering van de Zevende Zegel ging een Tijdpoort open waardoor de Aarde het geboortekanaal voor haar ascensie kon binnengaan. Dit wordt uitvoerig beschreven in A New Formula for Creation: ‘De Aarde zal haar reis aanvangen in de loop van een twaalfjarige periode, naar het jaar 2013, dat de intergalactische poort is waardoor de Aarde in een nieuw bewustzijnsniveau zal verschijnen.’   

Eigenlijk had ik verder geen aandacht aan de Ark willen besteden, maar in december 2011 werd het Achtste Zegel van de Ark van het Verbond geopend. Omdat er maar zeven fysieke dimensies zijn, stapten we hiermee in een niet-fysieke, tijdloze dimensie. Het getal acht is de poort naar de oneindigheid. Acht is ook het getal van Maria Magdalena. Dit leg ik allemaal uit in Maria Magdalena. Profetes van het Levende Verbond dat in mei 2013 is verschenen. Daarin wordt aan de fysieke Ark weinig aandacht besteed. Toch speelt dit mysterieuze apparaat een zekere rol in het geheel, omdat Maria Magdalena in de buurt ervan geboren zou kunnen zijn. Want zij had volgens Judith een Ethiopische moeder.

Ethiopië is het land dat via de koningin van Sheba met Israël verbonden is. Sommigen situeren het koninkrijk Sheba op de zuidelijke helft van het Arabische schiereiland, waar nu Jemen ligt. Maar het paleis van deze legendarische koningin staat volgens de reisgidsen die over Ethiopië gaan bij Axum in het uiterste noorden van wat vroeger Abessinië heette.

De koningin van Sheba. Door Conrad Keyser.

In de transmissies van Judith duikt de naam Ethiopië vooral op in verband met de Ark van het Verbond, de koningin van Sheba en de afstamming van Maria Magdalena. In de legenden rond de ontmoeting tussen koning Salomo en de koningin van Sheba speelt vooral de heidense achtergrond van de koningin een rol. Salomo is de wijze koning die de koningin van Sheba over een bepaalde drempel heen helpt. Dit wordt uitvoerig geschetst in diverse legenden van Joodse, Arabische en Ethiopische oorsprong.

In oude Ethiopische verhalen heet de koningin Makeda en wordt zij ‘Koningin van het Zuiden’ genoemd. De stam waartoe zij behoort vereert een draak en het meisje was bedoeld als offer voor de draak. Daartoe werd zij vastgebonden in een boom. Toen zeven heiligen onder de boom koelte en schaduw zochten, viel er een traan op hen omlaag. Zij keken naar boven en vroegen haar wat ze daar deed. Zij antwoordde dat zij was vastgebonden om als voedsel voor de draak te dienen. Toen de heiligen de draak zagen, doodden zij het dier. Het bloed van de draak spatte op en raakte de Koningin van het Zuiden bij de hiel. Op dat moment werd haar hiel die van een ezel.

De heiligen bevrijdden het meisje en zonden haar terug naar het dorp. Daar dachten de bewoners dat zij aan de draak was ontsnapt. Zij joegen haar het dorp uit en zij bracht de nacht in een boom door. De volgende dag slaagde zij erin de aandacht van een paar dorpelingen te trekken en toonde hun de dode draak. Meteen daarop maakten zij haar tot hun leider en zij koos als hoofdofficier een meisje uit zoals zij zelf.

Vervolgens speelt de misvormde hiel een rol bij de ontmoeting met koning Salomo. Volgens een Jungiaanse interpretatie van deze legende kan Makeda niet het lot ontlopen dat haar met de draak verbindt. Zij kan vanwege het avontuur met de draak niet meer het meisje blijven dat zij was. In plaats van de draak te vereren wordt zij zelf door de dorpelingen op een voetstuk gezet en in de mannelijke rol van leider geplaatst. In andere legenden zijn haar benen bijzonder behaard wat eveneens erop wijst dat haar een stuk mannelijkheid van demonische aard aankleeft. Rivkah Schärf Kluger gaat in haar duiding van de legende uitvoerig op de vraag in hoe koning Salomo erin slaagt de koningin van Sheba haar vrouwelijkheid terug te geven. Uiteindelijk betaalt zij daarvoor wel een prijs. Met een list weet de koning haar in zijn bed te krijgen en uit die verbintenis wordt David Menelik geboren.

Koning Salomo en de koningin van Sheba. Piero della Francesca.

Het is in allerlei opzichten een opmerkelijk verhaal. Aanvankelijk vormt koning Salomo de leidende figuur die een spirituele ontwikkeling bij de koningin van Sheba mogelijk maakt. Zij bekeert zich zelfs tot het Joodse geloof: ‘Vanaf dit moment zal ik niet langer de zon vereren, maar de schepper van de zon, de God van Israël. En die Tabernakel van de God van Israël zal voor mij mijn Vrouwe zijn, en ook voor mijn zaad na mij en voor allen van mijn koninkrijk die onder mijn heerschappij vallen.’

De Tabernakel is letterlijk de tent waarin de God van Israël woont. Salomo heeft deze tent vervangen door een tempel en in het heilige der heiligen staat de Ark met daarin de tegenwoordigheid van God die later in het joodse geloof de Sjechina zou heten. De Ark is de nieuwe Tabernakel. Maar die zou niet lang meer in de tempel van Salomo blijven staan. Salomo gaf aan Makeda een ring mee die zij aan de vrucht van hun verbintenis diende te geven indien het een zoon zou zijn. Het was inderdaad een jongen, de eerder genoemde Menelik. In de Arabische varianten wordt hij Ebna la-Hakim genoemd wat eveneens ‘zoon van de wijze’ betekent..

Volgens hoofdstuk 33 van de Kebra Nagast (‘Roem van de koningen’) betekende het avontuur met Salomo voor Ethiopië het einde van het matriarchaat: ‘Er was een wet in het land Ethiopië die zegt dat alleen een vrouw mag regeren en dat zij een maagd moet zijn die nimmer een man heeft gekend.’ Aan deze wet maakte Makeda een einde. Voor haar terugkeer naar Ethiopië zei zij tegen Salomo: ‘Vanaf nu zal een man die van jouw zaad is regeren en een vrouw zal nooit meer regeren. Alleen zaad van jouw origine zal regeren en zijn zaad van generatie op generatie.’

Rivkah Schärf Kluger ziet hierin een vooruitgang. Makeda was koningin geweest onder de voorwaarde dat zij geen relatie met het mannelijke geslacht mocht hebben. Onder die voorwaarde kon zij een deel van haar vrouwelijkheid niet ontwikkelen. Zij was een amazone-koningin die een mannelijke rol vervulde. De ontmoeting met koning Salomo zorgde ervoor dat zij uit deze rol viel. Zij ontdekte een nieuwe kant aan haar vrouwelijkheid en ging wel een relatie aan. De vrucht hiervan mocht van haar op de troon zitten.’

Als Menelik 21 jaar oud is, vertrekt hij naar Jeruzalem waar hij vanwege de ring en vanwege zijn uiterlijk direct als een zoon van Salomo wordt herkend. Vervolgens steelt hij de Ark van het Verbond uit de tempel en keert ermee terug in Ethiopië. In Het teken, de zegel en de wachters van Graham Hancock kunnen we lezen hoe de Kebra Nagast deze diefstal beschrijft.

Hancock merkt op dat de Ark in de Ethiopische visie bijna als een vrouwelijke persoon wordt beschreven die van mening kan veranderen. Als God dat wenste en de Ark dat wenste zou niemand haar tegen kunnen houden als zij besloot naar Ethiopië te gaan: ‘De Ark gaat uit vrije wil waarheen zij wenst en kan niet van haar plaats worden verwijderd als zij dat niet wil.’ Verder wordt de Ark van het Verbond met Zion gelijkgesteld: ‘Maar de uitverkorenen des Heren zijn het volk van Ethiopië. Want daar is de woonplaats Gods, het hemelse Zion, de Ark van Zijn verbond.’

Toen Salomo vernam dat zijn eigen zoon de Ark gestolen had, hief de koning een lange klaagzang aan. Op het moment van zijn grootste verdriet verscheen hem een engel die hem antwoordde: ‘Waarom zijt gij zo verdrietig? Want dit was Gods wil. De Ark is gegeven aan uw eerstgeboren zoon.’ En de koning vond troost in deze woorden en sprak: ‘Gods wil geschiede, niet de wil der mensen.’

Hancock zelf gelooft niet dat de Ark met Menelik mee naar Ethiopië is gekomen. Op grond van gesprekken met mensen in Ethiopië komt hij tot de conclusie dat de Ark een paar honderd jaar later is gearriveerd. Ton van der Kroon volgt in Het labyrint van de tijd de klassieke versie. Wanneer hij in Ethiopië vertoeft, begint de koningin van Sheba tegen hem te praten: ‘Mijn naam is Makeda, koningin van Sheba, dochter van de Moeders. De lange lijn van vrouwelijke vorsten kwam met mijn rijk ten einde… Omdat het tijdperk van de Moeders ten einde liep, konden we niet anders dan de Ark verbergen. Aangezien de tijd van de Patriarchen zou aanvangen, konden we niet voorzichtig genoeg zijn.’

In deze visie kwam de Ark wel degelijk met Menelik mee naar Ethiopië. Maar Menelik nam ook het joodse geloof mee. Belaynesh die werkzaam is in een Ethiopisch restaurant in Amsterdam vertelt aan Van der Kroon: ‘Zion betekent simpelweg Ark. Het Joodse volk is dus het volk van de Ark. Toen Menelik met de Ark naar Ethiopië terugkeerde, nam hij een heel gevolg van priesters mee. Daaruit is de Joodse tak van het Ethiopische volk ontstaan.’

Zo bezien zou de Ark nog steeds onder het Joodse volk verkeren, zij het dan onder de Joden van Ethiopië. Maar de Ethiopische Joden die de Ark beheerden hebben zich vermoedelijk bekeerd tot het christendom. En daarmee is er in het hoogland van Ethiopië een heel bijzondere vorm van het christendom ontstaan waarin de Ark een centrale rol vervult. Volgens Hancock bevindt de Ark zich in een kerk in Axum die de Heilige Maria van Zion wordt genoemd. In 1983 heeft hij een wachter van deze kerk gesproken die hem vertelde dat niet Menelik, maar Azarius, de zoon van de hogepriester van Israël de Ark gestolen had:

‘Menelik kreeg pas onderweg over deze diefstal te horen, maar hij begreep dat Azarius en zijn vrienden nooit tot zo’n stoutmoedige daad in staat zouden zijn geweest zonder de hulp van God. Daarom stemde hij erin toe dat de Ark bij hen zou blijven. Zo kwam de Ark in Ethiopië terecht… waar zij sindsdien altijd is gebleven.’

Hancock dateert de installatie van de Ark van het Verbond in het heilige der heiligen van de tempel van Salomo in 955 v.Chr. Rechabeam volgde zijn vader Salomo op rond 930 v.Chr.  Er zitten maar 25 jaar tussen deze twee data. Omdat Menelik er met de Ark vandoor ging toen hij 21 was, moet Salomo zijn affaire met Makeda hebben gehad binnen enkele jaren nadat de Ark was geïnstalleerd. De resterende tijd moet hem zwaar gevallen zijn omdat er geen vrouw meer in zijn leven kwam die zich met Makeda kon meten.

In de Bijbel wordt dan ook verteld dat het langzamerhand bergafwaarts met koning Salomo ging. Hij had ongelooflijk veel vrouwen, ook van buitenlandse komaf die hem zouden verleiden tot het dienen van andere goden. Volgens de Joodse overlevering ging zijn rijk ten onder omdat hij de dochter van een farao tot vrouw had genomen. Friedrich Weinreb geeft aan dit motief in De astrologie in de joodse mystiek een positieve wending. Salomo zou zich niet met zijn eigen verlossing tevreden hebben gesteld. Hij had zich het lot van Egypte aangetrokken hoewel dat een wereld was die voor de joodse ervaring al verleden tijd was. Toch wil hij kinderen bij de dochter van de farao verwekken:

‘Maar, zo zegt de overlevering, op hetzelfde moment dat hij de vrouw uit Egypte neemt staat het vast dat zijn rijk ten onder zal gaan. De verdeling van het rijk en de vernietiging van de tempel zijn daarop gefundeerd. ‘Verschrikkelijk’, zeggen wij. Maar de ondergang moet plaatsvinden, opdat alles te voorschijn komtHet rijk van Salomo gaat ten onder met de bedoeling dat er uit de duisternis, uit de onderwereld een wereld geboren zal worden waarin iedereen de verlossing mag smaken. In feite gaat het om een proces van dood en wederopstanding gaan. Eigenlijk zouden we een vergelijkbaar verhaal kunnen ophangen aan de koningin van Sheba. Het verlangen van Salomo om met haar gemeenschap te hebben brengt een keten van gebeurtenissen op gang. Hij zal vader worden van een Ethiopische zoon, maar zijn rijk zal ten onder gaan.

 

Queen of Sheba before King Solomon. Upper Rhineland, Strasbourg, 1490–1500.

Omdat we met verhalen te maken hebben, bestaan er verschillende varianten. In Het labyrint van de tijd staat Salomo de Ark vrijwillig af aan Menelik omdat hij had gedroomd dat zijn tempel verwoest zou worden. In andere versies speelt de hogepriester hierbij een centrale rol. Dit is ook het geval in Solomon’s Angels van Doreen Virtue. In deze hervertelling van het verhaal van Makeda en Salomo valt het Menelik op dat zijn vader met veel vrouwen getrouwd is. Net zoals in de Bijbel merkt Salomo daarover op dat dit een manier is om goede relaties aan te knopen met naburige vorsten. Het gaat immers om hun dochters. Maar voor Virtue is dit geen voldoende verklaring:

‘Op een nacht na het drinken van een heleboel wijn bekende Salomo aan Menelik hoe zijn hart en geest na het vertrek van Makeda gebroken waren. Hij was hiervan nooit meer hersteld. Hij was met veel vrouwen getrouwd in een poging om opnieuw liefde te vinden.’ En blijkbaar was hij daar niet in geslaagd. Daardoor was hij van het rechte pad afgeraakt. Bij Virtue verdwijnt de Ark van het Verbond vervolgens uit de tempel met medeweten van de hogepriester. Deze had vastgesteld dat de Ark niet meer zo gloeide als tijdens de hoogtijdagen van het koningschap van Salomo.

Toch had het vele seksuele verkeer dat Salomo na Makeda had een positieve kant. Uit zijn zoon Rahebeam zou na vele generaties Jezus geboren worden en die wordt door veel mensen als de verlosser gezien. Maar je kunt je inmiddels afvragen of het volk van Ethiopië bij de verlossing ook niet een rol van betekenis heeft gespeeld. In Bethlehem werd het Christuskind geboren, maar wat speelde zich rond diezelfde tijd in Ethiopië af? Volgens Belaynesh ligt de Ark verborgen bij de rotskerken van Lalibela. De kracht van de Ark is in haar visie de kracht van bewustzijn.

Wanneer je in de grote Times wereldatlas Lalibela opzoekt, zie je dat ten zuiden ervan een plaatsje ligt dat Magdala heet. Ook in het Nieuwe Testament wordt Magdala enige malen genoemd. En wel vanwege Maria van Magdala ofwel Maria Magdalena. Misschien is het louter toevallig, dat plaatsje Magdala in Ethiopië. Maar misschien ook niet. Wat ik uit een reisgids heb opgemaakt, is dat het plaatsje inmiddels Amba Maryam ofwel bolwerk van Maria heet. Welke Maria? Zelf denk ik dat er in Ethiopië zelf weinig herinneringen aan Maria Magdalena te vinden zijn. Zij vertrok al op eenjarige leeftijd richting Palestina. Zij nam de erfenis van Sheba mee om de bruid van de Messias te worden.

Herbert van Erkelens © 2013

Literatuur:

Hancock, Graham. Het teken, het zegel en de wachters. Baarn: Tirion Uitgevers, 1992.

Keijser, Johan en Moore, Judith K.. Werken met de Graancirkel Codes. Heemstede: Dolphins & Whales Publ., 2009.

Kroon, Ton van der. Het labyrint van de tijd. Deventer: Ankh-Hermes, 2010.

Moore, Judith K.. A New Formula for Creation. Arizona: Light Technology Publ., 2006.

Schärf Kluger, Rivkah. ‘The Queen of Sheba in Bible and Legends.’ In: Psyche and Bible. New York: Spring Publications, 1974.

Virtue, Doreen. Solomon’s Angels. Hay House, 2008.

Weinreb, Friedrich. De astrologie in de Joodse mystiek. Wassenaar: Mirananda, 1983.



Reacties

Marc on 2014-08-06 21:21:42 +0000

Och, ik weet uwe werken, dat gij noch heet heet waart noch koud, Och OF gij koud waart of heet[Amba Maryam !!] Maar daar gij lauw zijt, zal ik uit mijne mond spugen, opdat gij van mij koopt goud en beproefd komende uit het vuur. [openbaringen 3:12 de 7 brief aan Laodicea]

Herbert van Erkelens on 2014-08-07 05:52:20 +0000

Gij spreekt in raadselen, Marc. Maar er is nog hoop voor Laodicea. Christus staat bij de deur en klopt erop. De lauw warmen hoeven alleen open te doen.

Herbert van Erkelens on 2014-08-07 06:00:47 +0000

Amba Maryam betekent de vesting van Maria. Dat zou goed passen bij de opvatting dat Magdala Hebreeuws is voor verheven. Maar er is echt een link naar Maria Magdalena?

Marc on 2014-08-07 07:02:15 +0000

Inderdaad, we zijn hèèl erg warm ! Komende jaar zal het zich

openbaren

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *