Je winkelwagen is momenteel leeg!
Deze zomer werkte ik samen met Loryn Ka Strong, een vrouw uit Canada die bij de geboorte van haar dochter een bijna-doodervaring kreeg en naar het leven op Aarde terugkeerde om hier de moedercodes te brengen. Ik begon na te denken over de terugkeer van de Godin en vroeg mij af wat mijn eigen rol hierin zou kunnen zijn. Op 8 juli besefte ik onder de koffie ineens dat het mijn taak was om opnieuw de graalmythe onder de aandacht te brengen. Uit deze ingeving zijn verschillende onverwachte gebeurtenissen te voorschijn gekomen.
De Graal is een vrouwelijk symbool met een mysterieuze inhoud die door verschillende gestalten wordt gepersonifieerd: de tovenaar Merlijn, Mercurius (de geest in de fles) en Cernunnos, de hertengod van de Kelten. Cernunnos draagt een hertengewei dat hem verbindt met de andere wereld. Hij is ook de god van dood en wederopstanding.
In Herinneringen van Essenen van Daniel Meurois en Anne Givaudan begint Jezus voorÂafÂgaande aan zijn beproeving in GethÂsemane onverwacht te vertellen over de volkeÂren van het Noorden die de god Cernunnos vereren die de gestalÂte van een hert heeft. Dit hert vormt volgens hem de hoeksteen van alle mythoÂlogie en is verbonden met een heilige drank die gemaakt wordt met behulp van fijngeÂstampte en geferÂmenÂteerde granen. Dit bier is om visioenen voort te brenÂgen en de terugkeer naar de heilige oerbron te verhaasÂten, stelt volgens Jezus het bloed van Cernunnos voor. De Esseen MyriÂam merkt over deze lering op:
‘De god Cernunnos werd ons voorÂgesteld als de ingeÂwijde bij uitneÂmendÂheid, het zonneÂhert, wiens gewei worÂtels waren die ons moesten herinneÂren aan onze verbondenheid met de hemelse krachÂten. Wij moesÂten hem zien als de hoogste geofferÂde: terwijl men het graan fijnmaakÂte tijdens een rite, stierf hij terechtgesteld, om op te staan tijdens de lente-equinox in de jonge ontkiemenÂde graankorrels. Het was een universeel beeld waarover we dienden te mediteren.’
Jezus eindigt zijn toespraak met de woorden: ‘Mijn weg zou zich niet tegenover die van oude tijden kunnen stellen. Het woord dat jullie moeten verbreiden is het woord van duizend anderen, het richt zich tot alle geslachten der aarde…’ Deze woorden hebben mij altijd getroffen. Christenen zijn vaak van mening dat Jezus iets nieuws bracht. Maar zelf merkt hij hier op dat zijn weg niet haaks staat op de weg van oude tijden, van de weg van Cernunnos die zich offert om nieuw leven voort te brengen.
In de graallegenden komt een hert voor dat het kruis van Christus in zijn gewei draagt. Psychologisch gesproken stelt dit kruis de weg van de individuatie voor. Dit betekent dat je stap voor stap dichter bij je eigen kern, het Zelf, komt. De kerk probeert ons wijs te maken dat we daarvoor Christus moeten navolgen. Maar Jezus was van mening dat je daartoe ook je eigen kruis dient op te nemen. In het evangelie van Mattheüs zegt hij ‘Wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt, is Mij niet waardig. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.’ (Mattheüs 10:38-39)
De hertengod Cernunnos afgebeeld op een fles kruidenlikeur
Toen ik begin oktober op het Jungiaans Instituut in Nijmegen les gaf over alchemie en de graallegende, vertelde Mathilde van Mil mij dat zij een boek kende waarin de jonge Arthur in de huid van de hertengod kruipt en het koningshert doodt. Daarna viert hij met een priesteres van Avalon, Morgaine geheten, het heilige huwelijk. Het boek heet Nevelen van Avalon en beschrijft de verhalen over koning Arthur vanuit het perspectief van Morgaine. Ik vermoed dat de schrijfster, Marion Zimmer Bradley, grotendeels Morte d’Arthur van Sir Thomas Malory hervertelt. Maar door de keuze voor Morgaine als centrale verteller verschuiven een aantal perspectieven. Morgaine belichaamt een archetypische gestalte die de Vrouwe van Avalon of de Vrouwe van het Meer wordt genoemd.
Voor mij was dit perspectief nieuw, omdat ik mij altijd met de dolende graalridder had geïdentificeerd. In Nevelen van Avalon wordt het verhaal gedragen door vier vrouwen die verschillende gezichten van de Godin belichamen en via hun beslissingen en intriges het rijk van koning Arthur in het leven roepen en vervolgens ten onder laten gaan. Het is de bedoeling dat in Brittannia de verering van de Godin gehandhaafd blijft, maar Arthur zelf raakt gaandeweg meer en meer onder invloed van zijn vrouw Guinevere die eerder als non van Glastonbury christelijk is opgevoed.
Avalon is een mythisch eiland in de Britse wateren dat traditioneel bij Glastonbury wordt gesitueerd en bewoond wordt door priesteressen. Volgens Geoffrey of Monmouth betekent Avalon ‘het eiland van de appels’. Verder schrijft hij erover in Het leven van Merlijn (twaalfde eeuw): ‘Dit is de plaats waar de negen zusters vriendelijk heersen over hen die van ons land in hun land komen. De eerste onder hen heeft een grotere vaardigheid in genezen, aangezien haar schoonheid die van haar zusters overtreft. Haar naam is Morgen, en ze heeft geleerd hoe elke plant kan worden gebruikt bij het genezen van de ziekten van het lichaam.’
Morgen betekent ‘de uit de zee geborene.’ Zij is de voorloopster van Morgan le Faye die in Morte d’Arthur koning Arthur ten val probeert te brengen. In Nevelen van Avalon is zij de halfzuster van Arthur en wordt haar strijd tegen Arthur opgewekt doordat deze onder invloed van Guinevere steeds christelijker wordt en verraad pleegt aan Avalon, het eiland van de Godin. Glastonbury is in het boek christelijk met een klooster, een kerkklok en nonnen, Avalon is door een nevel gescheiden van Glastonbury en aan de Godin gewijd. Er staat geen abdij op de top, maar een oude steencirkel.
Toen ik Nevelen van Avalon ging lezen, werd ik erg getroffen door de gestalte van Morgaine die op Avalon wordt opgeleid om Viviane, de Vrouwe van het Meer, op te volgen. De Vrouwe van het Meer is voor een man eigenlijk een gevaarlijke personificatie van het onbewuste, omdat zij hem tot fantasieën en bespiegelingen kan verleiden die geen verband met de realiteit onderhouden. Maar Morgaine is een vrouw die een zekere afstand onderhoudt tot datgene wat zij belichaamt. Zij spiegelt zich niet alleen wat voor, maar ondergaat daarvan ook de consequenties. Verder vertegenwoordigt zij een wereld die ten onder gaat. Dat is goed zichtbaar op een Engelse Penguin editie. Daarop rijdt zij met het zwaard Excalibur, symbool van kracht en waarheid, naar links, naar het onbewuste toe. Haar taak zit erop. Ze heeft gedaan wat zij kon, maar haar wereld zal in de nevelen verdwijnen en eeuwenlang alleen voortleven in de verhalen.
Julianna Margulies as Morgaine, priesteres van Avalon
Daar ik geraakt werd door de Morgaine uit het boek, wist ik dat zij ook in mij leeft en ben ik mij gaan afvragen wat ik voor haar kon doen. Voor een avond van Spiritueel Haarlemmermeer vroeg ik aan Mathilde of zij een bijdrage wilde geven. Zelf ging ik op zoek naar de dvd van de Amerikaanse tv-serie The Mists of Avalon. Er was in Amsterdam precies één exemplaar in voorraad. Dat exemplaar heb ik te pakken gekregen. We konden daarom bij Spiritueel Haarlemmermeer kijken naar de opleiding van Morgaine tot priesteres van Avalon.
Daarna was Mathilde aan de beurt die begon te vertellen hoezeer Nevelen van Avalon haar zo’n 25 jaar terug had aangegrepen. Ze was toen net dertig jaar en werkzaam als wijkverpleegkundige op zoek naar zin en betekenis: ‘In mijn werk dicht bij het leven van mensen met (chronische) ziekten en handicaps, raakte ik geboeid door de innerlijke belevingswereld van mensen. Die innerlijke belevingswereld vertelde bijna altijd een ander verhaal dan de uiterlijke biografie. Ik besefte toen vaag, het boek lezend, dat ik in de identificatie met de vrouwelijke hoofdpersonen, mijn eigen innerlijke verhaal las. En ik besloot de Godin te dienen! Het is een zoektocht en een ontwikkelingsweg geworden waarin ik vele gezichten van de Godin heb gezien. Zowel de voedende, beschermende, liefhebbende Moeder, als de verschrikkelijke, verslindende heks.’
Mathilde ging een lange weg van afdaling, beproevingen, overgave en heelwording. Indrukwekkend was dat zij bekende op die manier een priesteres van Avalon te zijn geworden. Opmerkelijk was dat zij anders dan koningin Guinevere uiteindelijk wel zwanger was geworden. Guinevere wordt geplaagd door het feit dat zij Arthur geen kinderen kan schenken. Mathilde had ook moeten accepteren dat zij kinderloos zou blijven. Maar toen zij in 1996 haar Master degree in de Science of Nursing haalde bij de hogeschool MiddenNederland (Utrecht) en de University in Wales, besloot zij bij Glastonbury langs te gaan, de plek die voor haar Avalon betekende. Daar raakte zij op haar 42e alsnog zwanger.
Voor mij was het verhaal van Mathilde de bevestiging dat de graalmythe nog leeft en inderdaad een gedaanteverwisseling heeft ondergaan waarbij niet alleen dolende ridders, maar ook priesteressen van Avalon een rol van betekenis spelen. Ik voelde mij hierdoor ineens gesterkt om mijn eigen weg te gaan. Het was alsof de Morgaine in mij een stuk genezen was, alsof zij vernomen had dat haar strijd niet tevergeefs was geweest. In Nevelen van Avalon raakt zij, nadat praktisch alles op een mislukking is uitgelopen, ervan overtuigd dat zij de Godin het beste in zichzelf kan zoeken. Zij noemt dan Igraine, haar moeder, Viviane, de Vrouwe van het Meer en Raven, een priesteres van Avalon die een zwijgplicht op zich had genomen. Morgaine: ‘Ik heb een beroep gedaan op de Godin en haar in mijzelf gevonden… Igraine, Viviane, Raven, zij zijn de Godin. Er is geen andere.’
Merlijn in ‘The Mists of Avalon’
In de Amerikaanse tv-serie is het Merlijn die tot de conclusie komt dat de Godin alleen in onszelf te vinden is. De scène is vermoedelijk van de regisseur Uli Edel afkomstig. Zij staat niet in het boek van Marion Zimmer Bradley en ook niet in het filmscript van Gavin Scott.
Merlijn: ‘Ik ben mijn kracht kwijt, Viviane. Ik voel dat de kracht van de Godin niet langer in mij is. Ik ben meer dan alleen maar moe.’
Viviane: ‘Ik hoopte dat Morgaine mij zou opvolgen.’
Merlijn: ‘Misschien neem niemand jouw plaats in, Viviane. Misschien sterft Avalon met ons. We hebben lang gestreden, jij en ik. Jij bent altijd een waardig medestander geweest. Jij hebt altijd alles opgeofferd voor Avalon… met heel je hart. We hebben Avalon alles gegeven omdat we niet anders konden. Wij hebben altijd gedaan waarvan we dachten dat ’t juist was. Samen waren we koppig. We hebben met passie en toewijding geleefd. Daar zouden we dankbaar voor moeten zijn… Volgens mij leeft de Godin in onze menslievendheid en nergens anders.’
Herbert van Erkelens © 2010