Je winkelwagen is momenteel leeg!
In de zomer van 2008 kreeg ik ineens de ingeving dat de sleutel tot het familietrauma in Meester van de dromen van Olga Kharitidi was te vinden. Het kostte wel enige moeite dit boek op de kop te tikken. Maar het stond voor mij klaar in De Slegte in Amsterdam en zodoende weet ik nu dat mijn vader Jan van Erkelens zijn traumageesten een gezicht heeft gegeven. De angsten die hij als klein kind ervoer verschenen als de marionet Angst, terwijl zijn depressie vorm kreeg als de Moerasgeest.
Mijn vader woonde als kind in een huisje aan de Middenstraat in Alkmaar. De atmosfeer daar moet hem hebben aangegrepen. Op zijn vijftiende werd hij geraakt door een uitgave van Otto van Tussenbroek, getiteld De poppen van Harry van Tussenbroek. Daarin stonden 56 poppen van broer Harry afgebeeld. Deze maakte fantastische gestalten die sterk beïnvloed waren door poppenspel uit het Verre Oosten. Mijn vader moet direct de magie ervan gevoeld hebben. Drie jaar later kwam hij in contact met de poppenspeelster Grietje Kots die hem het belang van beweeglijkheid leerde.
Vervolgens begon hij grote marionetten te maken met een sterk magische, symbolische werking. Hij voelde zich hiertoe genoodzaakt, omdat hij rond die leeftijd door geesten werd achtervolgd die in zijn donkere slaapkamer om hem heen zweefden. Om zijn angst te overwinnen besloot hij deze geesten nader vorm te geven in marionetten. Zo ontstond onder meer de Moerasgeest die bij een geschikte belichting echt een vreeswekkende verschijning is. Vooral het half kolkende, half brommende geluid dat mijn vader bij deze marionet weet te produceren verleent aan de Moerasgeest zijn levensechtheid.
Jan van Erkelens met zijn marionetten de Moerasgeest en Angst.
Foto: Pieter Bliek.
Ergens in deze tijd moet ook de marionet Angst zijn ontstaan. Mijn vader vertoonde deze marionet op pianomuziek van Edvard Grieg: Entschwundene Tage (Opus 57, nr. 1). In het marionettenspel ‘Vreemde nacht’ hoort de volgende tekst: ‘Angst gaat sluipend langs de grond/ Kille, witte vingers tasten zoeken rond. Angst … angst … angst.’
Mijn vader maakte deze marionetten in een periode dat Hitler probeerde de wereld in een poel van angst te veranderen. Maar hij had duidelijk andere zorgen dan politieke. De Moerasgeest stelt een diepe depressie voor waarin alle energie uit het bewustzijn naar het onbewuste gezogen is. Dan is het onbewuste zo machtig dat het ik-bewustzijn geen kans krijgt zich van deze moederbodem los te maken. Het moeras laat je ook niet een, twee, drie weer los. De marionet Angst heeft denk ik te maken met de keren dat mijn oma, een vrouw die met weinig liefde was opgegroeid, de kleine Jan onder het luik in de keukenvloer stopte. In ieder geval werd hij ’s nachts vaak wakker van angst. Zijn oudere zus Nel troostte hem dan. VolgensMeester van de dromen van Olga Kharitidi wijzen de twee marionetten op een diep trauma in de familie. In dit boek is een zekere Michael aan het woord die vanuit zijn sjamanistische achtergrond een eigen visie op trauma’s heeft:
‘Er zijn twee manieren waarop we op trauma kunnen reageren. Ze worden vaak tegelijkertijd ervaren maar eigenlijk vertegenwoordigen ze tegenovergestelde processen: depressie en angst. Er zijn twee verschillende soorten geheugendemonen die achter deze gevoelens staan en ze vragen om verschillende soorten van genezing.’ Michael legt hierbij uit dat elke ervaring die we in het leven opdoen samengesteld is uit actie en waarneming. Actie betekent ook innerlijke beweging en waarneming ook innerlijke waarneming. Deze twee processen gaan voortdurend een interactie met elkaar aan: ‘Wanneer we gekwetst zijn lijdt een van deze twee processen het meest. Wanneer onze waarneming is gekwetst, voelen we ons angstig. Het staat voor een groot deel in verbinding met hoe we door anderen worden waargenomen en met de pijn die andere mensen ons toebrengen. Een depressie is het resultaat van een pijnlijke actie en ontwikkelt zich omdat we geloven dat onze denkbeeldige of echte actie of gebrek aan actie fout was.’
Geheugendemonen nemen bezit van gaten in onze herinnering. Wanneer iets ons pijn doet, kunnen we ertoe verleid worden om die pijn te verdringen. Dan ontstaat er een gat in onze herinnering. Wanneer de pijn voldoende sterk is, wordt zo’n gat in bezit genomen door een traumageest. Deze geesten hebben honger en zij voeden zich door nieuwe pijn te creëren. Vooral wanneer wij de ogen sluiten voor onze eigen traumageesten kunnen in families diepgaande tragedies ontstaan. Maar er is ook de mogelijkheid om jezelf te bevrijden van een trauma en daarbij de traumageest in een helpergeest te transformeren. Op die manier genees je je voorouders en bescherm je toekomstige generaties.
Blijkbaar was dit mijn vader in zijn jonge jaren nog niet gelukt. Zijn keuze voor mijn moeder Riek Habiecht vormde geen basis voor een gelukkig huwelijk. Op die manier kon de traumacyclus zich moeiteloos voortzetten. Het is ook moeilijk in te zien hoe dat anders had gekund. Je krijgt in de regel kinderen als je jong bent en dat is niet de leeftijd waarop je de erfenis van je ouders al hebt verwerkt. Om deze reden werd ik zelf vanaf mijn achttiende achtervolgd door een gestalte die met de Germaanse god Wodan verwant is. Ik heb hem eigenlijk nooit als een traumageest gezien, omdat hij mij ook waardevolle inzichten heeft geschonken. Ook mijn vader wil niet van zijn traumageesten verlost worden. Ze zijn te zeer een onderdeel van zijn leven geworden. Als marionet is de Moerasgeest ook een stuk minder angstaanjagend dan als gestalte uit het onbewuste. Want in zekere zin zijn de rollen nu omgekeerd. De Moerasgeest is een deel van zijn magische kracht kwijt. Mijn vader is nu degene die aan de touwtjes trekt. Hij laat de uit half vergane stof bestaande gestalte trage bewegingen en onderaardse geluiden maken en heeft op die manier enige controle over de Moerasgeest gekregen. Maar die controle is zeker niet honderd procent. Dat merkte mijn vader toen hij de tachtig was gepasseerd en de Moerasgeest bij uitzondering via zijn eigen stem liet ‘spreken.’ Er ontwikkelde zich een heel gesprek waarbij de Moerasgeest hoopte dat mijn vader hem als zijn lievelingspop zou beschouwen. Hij wist wel dat hij een diepgewortelde angst verbeeldde maar van die angst had mijn vader zich toch bevrijd? Daarom merkte de Moerasgeest op: ‘Wij zijn nu vrienden, hè?’
Wat ik wel wil is niet langer met angst en depressie leven. Daarom ben ik mij onder meer in Meester van de dromen gaan verdiepen. De filosofie van Michael is gebaseerd op een spirituele discipline die hij deelt met een groep zigeuners die hem hebben opgevangen nadat zijn ouders in Afghanistan waren vermoord. Het is niet zo eenvoudig om die filosofie zomaar op de eigen situatie te betrekken. De zigeuners zijn circusartiesten. Op een bepaald ogenblik loopt een van de artiesten met een lange stok hoog in de lucht over een kabel. Aan weerszijden van de stok zijn stoeltjes bevestigd waarop twee andere artiesten zitten. Met kleine stapjes loopt de middelste artiest over de kabel op weg naar het andere platform. Volgens Michael beoefenen de artiesten een discipline die ruimte transformeert door tijd als bondgenoot te gebruiken: ‘Onze angsten worden omsloten door ruimten die op bepaalde manieren zijn georganiseerd totdat we geloven dat ze onbetwistbare realiteiten zijn.
Wanneer zij over die kabel lopen is hun ruimte getransformeerd. Ze geloven op dat moment niet dat ze op de grond leven, ze geloven dat ze in de lucht leven. Ze wonen in de lucht en springen op de grond, waarbij ze vanuit de toekomst in het verleden komen. Ze veranderen het verleden van de mensen die naar hen kijken door energie van de toekomst uit de hemel te brengen.’ Wanneer de acrobaten over de kabel gaan, is hun spirituele discipline hun veiligheidsnet. Ze kunnen niet vallen, tenzij een van hen angst ervaart. Op vergelijkbare wijze kan ons bewustzijn alleen maar tot haar volle potentieel komen als zij georganiseerd is: ‘De rechter- en linkerhelft van het brein moeten in balans zijn, en stil zijn als degene in het midden het naar de andere kant van de ervaring draagt.’
Olga Kharitidi. Bron: Science & Consciousness
Kharitidi vraagt zich als psychiater meteen af welk onderdeel van de hersenen dan de derde acrobaat vertegenwoordigt die de twee andere over de kabel draagt. Zij komt tot de conclusie dat het om hetcerebellum moet gaan, de kleine hersenen die onder meer als functie hebben de coördinatie van bewegingen vlot en nauwkeurig te maken. Schade aan het cerebellum leidt tot schokkerige bewegingen en kan ook evenwichtsproblemen geven. De kleine hersenen hebben zich ontwikkeld uit de achterhersenen en bestaan uit twee helften die ongeveer de grootte van een perzik hebben.
Kharitidi beseft dat het cerebellum niet alleen verantwoordelijk is voor de coördinatie van de uiterlijke bewegingen, maar ook betrokken is bij de organisatie van de innerlijke ruimten van de verbeelding, de dromen en de herinnering. Michael moedigt haar aan om over een touw op de grond te lopen alsof het een kabel in de lucht is. Eerst heeft zij moeite haar evenwicht te bewaren, maar op een bepaald moment verschuift haar bewustzijn naar de plaats van het cerebellum en probeert zij de kleine hersenen te ervaren als het centrum van haar bewustzijn. Ineens ervaart ze zuivere actie. Ze voelt een krachtige duw vanuit de achterkant van haar hoofd en loopt moeiteloos met haar armen gespreid over de rest van het touw.
Michael legt uit dat je bij een zuivere beweging alle energie tot je beschikking hebt. Bij een ingewikkelde beweging moet je behalve je lichaam ook nog een enorm gewicht aan mentale constructies meedragen. In het geval van een traumatische ervaring die een herinneringsdemon heeft gegenereerd gaat het niet alleen meer om een vreselijk gewicht, maar ook om een actief obstakel die zich als een vreemde kracht in jezelf gaat verzetten tegen de beweging die je in je leven zou willen afronden: ‘Deze kracht woont in je en genereert steeds opnieuw pijnlijke ervaringen. Je kunt niet anders dan in kringetjes om deze pijn heen rennen in plaats van weg te lopen en het ver achter je te laten. Het is bijna alsof er een andere ik in je woont van wie je je niet bewust bent.’
Om Kharitidi een zuivere waarneming te laten ervaren vertelt Michael haar dat ze een poging moet doen om haar ervaring van zichzelf te veranderen. Bij de oefening met het touw was het haar gelukt om de persoon te ervaren die over de kabel loopt, de persoon in het midden. Nu moet ze proberen zuivere waarneming te ervaren en daarvoor haar aandacht naar ‘de waarnemer’ brengen: ‘Breng je aandacht niet naar de achterkant van je hoofd, zoals je dat deed bij het lopen over de kabel, maar dichterbij, naar je gezicht. Het centrum van je waarneming bevindt zich op het niveau van je ogen, en als je probeert je aandacht op dat niveau te richten en niet toestaat dat deze terugspringt in je hoofd, kun je zuivere waarneming ervaren en raak je niet verdwaald in de ruimten van je geheugen.’
Omdat Kharitidi verdriet ervaart, is dit een aanwijzing dat haar trauma gebaseerd is op een actie of gebrek aan actie. Om hiervan te herstellen moet zij het tegenovergestelde proces activeren, dat van waarneming. Zij moet zich verplaatsen naar de toeschouwer die zij ervaart als het wezen dat altijd in haar ogen huisde. Hier is het punt waar zij zich niet verdrietig kan voelen, maar wel verdriet kan waarnemen. Zij moet het gevoel van verdriet in haar hart vasthouden en tegelijkertijd haar bewustzijn verschuiven naar het niveau van haar ogen. Zij moet met andere woorden haar verdriet vanuit zuivere waarneming onder ogen zien. Direct komt er een beeld uit haar vroege jeugd naar boven, een sleutel naar nog verder verstopt verdriet dat de eigenlijke bron van haar depressie vormt.
Later geeft Michael haar een stukje oud aardewerk met een eenvoudige afbeelding van een swastika, Het is volgens hem een machtig symbool dat de scheiding van onze psyche kan opheffen: ‘De vier armen verbinden de rechter- en de linkerkant van de hersenen en verbinden hiermee het verleden met het heden. Ze verbinden ook actie en waarneming op een manier die verschilt van onze gebruikelijke ervaring, waardoor een gevoel van eenheid wordt gecreëerd in het midden van het symbool en deze ervaring valt niet uiteen in aparte herinneringen, maar doet dienst als poort naar het Gouden Tijdperk, de onverdeelde tijd. Het centrum heeft geen schaduwen. Het verbindt zich rechtstreeks met elke ervaring in het geheugen.’
Falung Gong symbool met vijf swastika’s
Kharitidi aarzelt om het symbool aan te nemen vanwege de relatie met het hakenkruis uit de nazitijd. Michael legt uit: ‘De reden waarom de nazi’s de swastika omkeerden, was omdat er mensen onder hen waren van wie de identiteit een herinneringsdemon vertegenwoordigde. Ze vormden volle manifestaties van de traumageesten en probeerden het sterke wapen dat tegen hen kon worden gebruikt zijn kracht te ontnemen. Dat is ook de reden waarom ze het tegenovergestelde van de swastika maakten, om zich te beschermen tegen zijn genezende kracht. Ze verloren. Ze verliezen altijd. Het is slechts een kwestie van tijd, volledige genezingen zullen zich voordoen. Op een goed moment zullen ook de herinneringsdemonen genezen. Ze blijven echter terugkomen en vermenigvuldigen zich via verschillende mensen in de geschiedenis waarmee ze het collectieve geheugen blijven beschadigen. Er is op het ogenblik een heleboel werk te doen om hen te genezen.’
Herbert van Erkelens © 2009