Je winkelwagen is momenteel leeg!
Al het gedoe dat in De Da Vinci code centraal staat, draait uiteindelijk om een code in ons DNA die de Graalcode genoemd wordt. De kinderen van Jezus en Maria Magdalena droegen deze code onvervormd en hun afstammelingen zouden langs quantumfysische weg de mensheid in de richting van bevrijding kunnen sturen. Dat moest natuurlijk voorkomen worden. Maar dat lukte niet. Sara, de oudste dochter, genoot tijdens haar leven bescherming van de Romeinse bezetter. Ze kreeg veel kinderen en de Graalcode kwam ook in het Franse koningshuis terecht. Dat vond ik wel een mooi verhaal en daarom heb ik het aangepast in een sprookje dat ik in de zomer van 2013 heb geschreven.
In dat sprookje komt een joodse jongeman voor die Joël heet en de taak heeft om de Zwarte Koningin uit de vergetelheid te halen. Dat doet hij via een avontuur dat hem eerst bij Guinevere, de Witte Koningin, brengt. Gwendolyn is een krijgshaftige vrouw die met elf andere jonkvrouwen in dienst is van Guinevere. Wanneer zij op de elfde plaats rond de Ronde Tafel gaat zitten, brengt zij het elfde uur in beweging. Dat is het uur waarop de wereld kantelt. Zal het Joël lukken om de opdrachten die de Ronde Tafel hem stelt tot een goed einde te brengen? Joël wordt verliefd op Gwendolyn, maar later wordt hij door Kundry, de graalbode, uitgedaagd ook van Sara, de verloren Graalprinses, te gaan houden.
Dit sprookje is een reactie op de periode dat ik heel intensief bezig was met het werk van het medium Judith K. Moore. In die periode kwam Maria Magdalena mijn leven binnen en die zette mij op de weg naar heelheid en liefde. Daarmee keerde ik weer terug naar mijn basis in de Jungiaanse psychologie. In het sprookje beschrijf ik de ervaringen met het onbewuste die ook centraal staan in mijn lessen aan het Jungiaans Instituut te Nijmegen. Maar het kader is de betekenis van Maria Magdalena en haar dochter Sara voor onze tijd.
Mijn eerdere loopbaan als schrijver:
Al op jonge leeftijd wilde ik schrijver worden. Ik schreef verhalen waarin het olifantje Dombo een belangrijke rol speelde. Ook heb ik een stripverhaal geschreven waarin veel van mijn speelgoedbeesten voorkwamen. Toch heb ik voor de taal van de wiskunde gekozen, omdat ik het geheim van de kosmos wilde doorgronden. Toen ik doorkreeg dat dit aan de hand van de moderne fysica onmogelijk was, ben ik weer schrijver geworden. Maar toen had ik zoveel ingewikkelde dingen geleerd dat ik geen eenvoudige boeken ging schrijven. Eén keer eerder is het mij gelukt een sprookje te schrijven, ‘Het potje van kabouter Otje’, maar daarbij had ik mij verplaatst in de belevingswereld van mijn vader, de poppenspeler Jan van Erkelens.
Het eerste boek dat ik schreef verscheen in 1988 en heette Einstein, Jung en de relativiteit van God. Het bestond uit twee delen. In het ene deel over de relativiteitstheorie van Einstein dobbelde God niet, in het tweede deel over de psychologie van Jung dobbelde God wel. Mijn zoon David sprak eenvoudig over het dobbelstenenboek. De twee delen waren nodig omdat ik niet zag hoe je de relativiteitstheorie en de dieptepsychologie tot een eenheid kon verbinden. Einstein en Jung hadden elkaar wel ontmoet, maar elkaar helemaal niet begrepen.
De serie Passions of the Soul bij Moskwood Media.
Zeven jaar later wist ik wel hoe je natuurkunde met dieptepsychologie kon verbinden. Ik publiceerde Het spel van de wijsheid dat grotendeels aan de kwantumfysica en de dromen van Wolfgang Pauli is (1900-1958) gewijd. Het verbindende symbool tussen kwantumfysica en dieptepsychologie in dit boek is een ring aan de hand van een Chinese dame, een droomfiguur van Pauli. Deze ring heeft een relatie tot de wereld van complexe getallen en wordt ‘de ring i’ genoemd waarbij i voor de imaginaire eenheid staat. De ring i vormt zowel het hart van de kwantumfysica als van de Jungiaanse psychologie. Filmregisseur Philip Engelen heeft in de serie documentaires Passions of the Soul (IKON, 1991) zijn best gedaan om een droom van Pauli in scène te zetten waarin deze ring i op wonderbaarlijke wijze in verschillende stappen uit vier eieren te voorschijn komt.
Een aantal jaren schreef ik freelance artikelen voor het weekblad HN-Magazine. Daardoor kon ik mij nader in het christendom verdiepen. De theologe Joanne Klink heeft mij toen geholpen om aan de hand van minder bekende bronnen een boek over het leven van Jezus te schrijven: Jezus en de broederschap der Essenen (2002). Het is mijn meest toegankelijke boek geworden, omdat er geen hogere wiskunde of natuurkunde in voorkomt en gebaseerd is op de 22 lettertekens van het Hebreeuwse alfabet. Ik was blij dat ik op deze indringende wijze de wereld van Jezus had leren kennen en ik was eigenlijk van plan om de natuurkunde en dieptepsychologie vaarwel te zeggen, maar daarvan is niets terecht gekomen.
In juni 2003 droomde ik dat het mijn taak was om de Jungiaanse psychologie uit te breiden met hogere bewustzijnsniveaus. Die innerlijke opdracht is uiteindelijk mijn boek De dertien tonen van de schepping (2006) geworden. Het is een pionierswerk en om die reden niet zo eenvoudig om te volgen. Mijn enige houvast was de psychologische betekenis van getallen. Ik wist op grond van de joodse mystiek en de Maya-kalender dat ik tot en met het getal dertien moest gaan. Maar ik tastte tamelijk in het duister rond, omdat er nog weinig bekend was over de transpersoonlijke chakra’s die met de getallen acht tot en met dertien samenhangen. Niettemin is het een mooi boek geworden waarin ik ook aandacht besteed aan het werk van de kunstschilder Peter Birkhäuser (1911-1976) uit Bazel. Zijn krijttekening ‘Koningin van de Nacht’ siert de omslag.
Omslagillustratie van Jan Custers voor Een cirkel doorbroken.
In september 2006 raakte ik geïnteresseerd in het werk van Patricia Cori die in Kosmos van de ziel beweert dat de mensheid een genetisch experiment van buitenaardse wezens is. Haar visie sprak mij aan en zodoende heb ik het medium Thea Terlouw geholpen om een boek te publiceren waarin verschillende sterrenvolken aan bod komen: Een cirkel doorbroken (2007). Mijn eigen bijdrage aan dit boek omvat een uitleg van de twaalf verschillende lagen van ons DNA. Daarbij zitten ook de lagen die de sterrenvolken ooit aan Homo Erectus toegevoegd hebben. Geen wonder dat de zo ontstane Homo Sapiens alle andere mensensoorten wist te verdringen. De wetenschap probeert nog altijd de mens te begrijpen als product van de biologische evolutie op aarde en veel protestanten zijn van mening dat de mens door God geschapen is. Eigenlijk hebben beide partijen ongelijk, maar het zal nog wel even duren voordat ze dat inzien.
Een Engels boek waaraan ik heb meegewerkt.
In 2002 verscheen mijn Duitse boek  Wolfgang Pauli und der Geist der Materie. Het is een vervolg op Jungs boek Psychologie und Alchemie waarin de dromen voorkomen die de theoretisch fysicus Wolfgang Pauli rond zijn 31e en 32e heeft gehad toen hij in een ernstige crisis verkeerde. Ik heb een poging ondernomen om de dromen te duiden die Pauli tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en zijn overlijden in december 1958 heeft gehad. Dat was een heel karwei. Bij het schrijven van het laatste vierde deel over de dromen rond het thema spiegelsymmetrie had ik gelukkig de steun van dieptepsychologe Marie-Louise von Franz. Ze was al erg ziek, toen ik aan die hoofdstukken werkte, maar ze las alles zorgvuldig en gaf in korte brieven haar commentaar. Daardoor weet ik dat het een bijzonder boek is geworden en ik hoop dat de Jungiaanse wereld dat ooit zal inzien.
Foto van graancirkel gebruikt voor de omslag van Modern Alchemy en Moderne Alchemie.
In mijn boeken Modern Alchemy en de Duitse vertaling daarvan Moderne Alchemie probeer ik tot een soort synthese te komen tussen de wereld van Jung, de Maya-kalender en de boodschappen uit de kosmos die ons ieder jaar via graancirkels bereiken. Veel van het materiaal dat in De dertien tonen van de schepping zit is ook in deze twee boeken terug te vinden, maar nieuw is dat het werk van Patricia Cori verderop in die boeken een vrij centrale rol speelt. Zij heeft overtuigend laten zien hoe je tot een universeel begrip van getallen en archetypische vormen kunt komen. Bij de duiding van graancirkels heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de boeken van Judith Moore die zichzelf als een boodschapper van de Cirkelmakers ziet.
Op zondag 12 mei 2013 presenteerde ik op een workshop de inhoud van Maria Magdalena. Profetes van het Levende Verbond. Dit boek dat ik samen met Judith K. Moore heb geschreven was toen voor het eerst verkrijgbaar. Het bevat fragmenten uit het leven van Maria Magdalena die nooit eerder openÂbaar zijn gemaakt. Zij werd geboren in Ethiopië en werd door Jezus in een verboden Kabbala ingewijd. Na de kruisiging en opstanding van Jezus vertrok zij naar Zuid-Frankrijk, waar zij visioenen ontving en de evangeliën van het ‘Levende Verbond’ optekende.
Eigenlijk had ‘De spiegel van Magdala’ gelijktijdig moeten verschijnen, maar er was iets mis gegaan bij de productie. Het is wel een van de meest bijzondere boeken die ik heb geschreven. Ik beschrijf aan de hand van de transmissies van Judith dat het godsbeeld van de monotheïstische religies grotendeels niet deugt. Er is sprake geweest van manipulatie. Hierdoor is de kracht van Creatie, die geen schepper maar een bewustzijn is, uit zicht geraakt. Godheden die de macht over de Aarde grepen hebben de godheid geschapen naar hun beeld. Nog steeds is er daardoor spanning en verdeeldheid van religieuze oorsprong in onze wereld.
Herbert van Erkelens
April 2016
Reacties
Ruud Hoogeveen on 2016-05-01 10:21:44 +0000
Hallo Herbert, van Carmen heb ik jou website een-hele-reeks-boeken gekregen en deze met belangstelling doorgelezen. Ga zeker een van je boeken binnenkort lezen, Carmen heeft ze bijna allemaal. Laat je dan weten wat ik ervan vond. met groet Ruud Hoogeveen